Geleide loonpolitiek: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Joost60 (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Fvelsen (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
De '''geleide loonpolitiek''' werd tijdens de [[wederopbouw]] na de [[Tweede Wereldoorlog]] gevoerd door de kabinetten van de Nederlandse staatsman [[Willem Drees]]. Het hield in dat de rijksoverheid zich bemoeide met de loonvorming.
 
Na de [[Tweede Wereldoorlog]] bemoeide de staat zich dan ook meer met de binnenlandse economie. In het kader van de wederopbouw werd de doestelling om Nederland internationaal gezien een goede concurrentiepositie te verschaffen centraal gesteld. Daarnaast stelde de staat zichzelf ook ten doel om [[werkloosheid]] zoveel mogelijk uit te bannen ([[doelstelling]] van [[volledige werkgelegenheid]] genoemd) en vanuit deze twee doelstellingen matigde de overheid de lonen.
 
Na de [[Tweede Wereldoorlog]] bemoeide de staat zich dan ook meer met de binnenlandse economie. Zij stelde zichzelf ten doel om [[werkloosheid]] uit te bannen ([[doelstelling]] van [[volledige werkgelegenheid]] genoemd) en matigde hiertoe onder meer de lonen. Het algemene uitgangspunt was dat de overheid vaker zou moeten ingrijpen, omdat de economie tijdens de langdurige crisis van de [[1930-1939|jaren dertig]] niet in staat was gebleken zichzelf te genezen. DeEen sleutelverbetering naarvan volledigede werkgelegenheidwelvaart lagmet bij de opvoeringhandhaving van de arbeidsproductiviteit.concurrentiepositie Eenten verbeteringopziochte van deandere welvaartlanden werd alleen mogelijk geacht door deze opvoering procentueel hoger te doen zijn dan die van de koopkracht van de lonen. Loonsverhogingen werden daarom door de overheid alleen toegestaan als zij door een productiviteitsverhoging konden worden gerechtvaardigd.
 
Ook de prijspolitiek werd door de overheid bepaald. Zo hield de regering controle over de nationale economie. Alle krachten stonden in dienst van de wederopbouw. Stakingen kwamen zelden voor; in de meeste Europese landen was dat wel anders. Met enige afgunst werd gesproken van het "''miracle hollandais''".
 
Dit beleid werd echter veel te lang volgehouden en in het begin van de jaren zestig keerde de wal het schip: er was een zeer aanzienlijk ficaal onzichtbaar, zgn. 'zwart' circuit ontstaan in de particuliere sector waarin werkgevers aan hun werknemers naast een wit, ook een zwart loon betaalden, hetgeen gefinancierd moest worden uit eveneens 'zwarte' omzetten. Zo onttrok een fors deel van de wassende economie zich aan het inmiddels nodeloos remmende overheidsbeleid en benadeelde de staat zichzelf door het gemis aan belastinginkomsten.
De geleide loonpolitiek werd begin [[1960-1969|jaren '60]] door het [[kabinet-De Quay]] ingeruild voor de 'vrije loonpolitiek'. Deze leidde tot een loongolf en een luxe die daarvoor niet gekend was, het begin van de [[consumptiemaatschappij]].
 
De geleide loonpolitiek werd daarom begin [[1960-1969|jaren '60]] door het [[kabinet-De Quay]] afgeschaft en ingeruild voor de 'vrije loonpolitiek'. Hierdoor werden de zwarte lonen en omzetten in één klap 'gewit'. De ambtenaren, van wie de lonen uiteraard 'geleid' waren gebleven en die daardoor ernstig op achterstand waren komen te staan, kregen met de '[[Edzo Toxopeus|Toxopeusronde]]' ook allemaal een flinke loonsverhoging en zo ontstond de zgn. loongolf, die leidde tot grote [[inflatie]].
 
'''Beleid en bestuur'''