Niels Juel (admiraal): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Artaynte (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Artaynte (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 11:
Zijn loopbaan in de marine begon toen hij in 1652 in dienst van de [[Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden|Hollandse]] marine trad, die toen nauwe banden onderhield met de Deens-Noorse marine en haar als een belangrijke bondgenoot beschouwde. Niels Juel was drieëntwintig jaar toen hij als [[adelborst]] onder niemand minder dan [[Michiel de Ruyter]] en [[Maarten Tromp]] de zeeslagen van de [[eerste Engels-Nederlandse oorlog]] meemaakte. Vervolgens nam hij onder Michiel de Ruyter ook nog deel aan twee expedities tegen Noord-Afrikaanse piraten die de Hollandse handelsbelangen schadigden.
 
Door zijn lange aanwezigheid in Amsterdam tussen deze expedities in, kwam Niels Juel nauw in contact met de Hollandse scheepsbouw en alle andere vormen van nijverheid die daarbij komen kijken. Toen hij in 1656 terugkeerde naar Denemarken en als officier in dienst trad van de Deense marine was hij dan ook een volmaakt zeeman met goede kennis van zaken. Daarnaast zou het bondgenootschap tussen de Republiek en Denemarken-Noorwegen de komende jaren zeer belangrijk blijken. Voor de Republiek om haar handelsbelangen in de Oostzee, en voor Denemarken-Noorwegen om de expansiedrift van de Zweden tegen te gaan. In 1657 werd Niels Juel prompt tot admiraal van de Deense vloot benoemd.
 
Zijn grootste wapenfeiten zijn de serie overwinningen op de Zweden, die door de eeuwen heen de gedoodverfde vijand van de Denen waren. Daarnaast vocht hij vaak zij aan zij met de Hollanders. Tijdens de [[Deens-Zweedse Oorlog|Deens-Zweedse Oorlogen]] die onderdeel van de [[Noordse Oorlog]] uitmaakte, vocht Niels Juel onder rijksadmiraal [[Henrik Bielke]] tegen de Zweden. Tijdens tweede Deens-Zweedse oorlog wist hij de aanval van de Zweden op Kopenhagen in 1659 op zee af te slaan. Mede hiervoor werd hij in 1660 tot [[Orde van de Dannebrog|Witte Ridder van Denemarken]] benoemd.