Revindicatie (naar Nederlands recht): verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k taalfoutje verbeterd |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 8:
* De eigenaar kan zijn recht tot revindicatie WEL uitoefenen, als het gaat om een [[roerende zaak]], zoals een auto, waarvan de eigenaar de eigendom is kwijtgeraakt door [[diefstal]] . In dat geval wordt degene, die de auto tegen betaling heeft verkregen en die op het moment van de verkrijging te goeder trouw was, NIET beschermd tegen een revindicatie-vordering van de eigenaar (artikel 3:86 BW), mits de vordering binnen 3 jaar gedaan wordt, te rekenen van de dag van de diefstal (artikel 3:86 lid 3 BW). De verkrijger kan als bezitter te goeder trouw op grond van artikel 3:120 BW wel recht op vergoeding van de gemaakte kosten.
Uitzondering:
- wel een beroep op artikel 3:86 lid 1 BW kan gedaan worden door de verkrijger mits hij te goeder trouw was, het niet om
- het gestolen goed, geld dan wel een toonder- of orderpapier betreft (art. 3:86 lid 3 sub b BW)
OPMERKING:
|