Morannon: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k één keer linken is genoeg
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
[[Bestand:Morannon.jpg|thumb|Schets van Morannon, gezien vanaf het noorden.]]
De '''Morannon''' ([[Nederlands]]: ''Zwarte Poort'') ([[Engels]]: ''Black Gate'') is de toegangspoort naar [[Mordor]] in het boek ''[[In de Ban van de Ring]]'' van [[J.R.R. Tolkien]].
 
De poort werd oorspronkelijk gebouwd door [[Sauron]] met hulp van de [[Ene Ring]] om de '''Cirith Gorgor''' (Engels: ''Cleft of Horror'' of ''Haunted Pass''), een strategische pas tussen de [[Ephel Dúath]] en de [[Ered Lithui]], te verdedigen. Aan weerszijden van de Morannon stonden de '''Torens van de Tanden''': '''Carchost''' (Sindarijns voor ''Tandfort'') en '''Narchost''' (Sindarijns voor ''Vuurfort''). De torens waren hoog en sterk en hadden ramenvensters die naar het oosten en naar het westen uitstakenuitkeken.
 
De torens waren aan het eind van de [[Tweede Era]] gebouwd door de [[Númenor]]eanen nadat Sauron was verslagen in de oorlog van [[Het Laatste Bondgenootschap]]. Samen met het fort [[Cirith Ungol]] moest de poort Mordor bewaken en voorkomen dat Sauron er weer kon binnentrekken. De poort en de torens waren in handen van [[Gondor]] tot het jaar 1944 van de [[derdeDerde Era]]. Toen de mensen van [[Rhûn]], [[Harad]] en [[Khand]] oorlog begonnen te voeren tegen Gondor werden ze verlaten.
 
In 2942, Na de [[burgeroorlog]] van Gondor kwam Sauron terug naar Mordor en kwamen de [[Nazgûl]] weer tevoorschijn, en de [[Ork (Tolkien)|orks]] van Mordor heroverden de Morannon en de torens. Ook veroverden zij de toren van Cirith Ungol en Minas Ithil, dat de naam [[Minas Morgul]] kreeg.