Neuprick: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
bronnen
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 20:
In 1852 werd in Maastricht de naamloze vennootschap Pannesheider Mijnvereniging opgericht met als zetel Kerkrade die tot doel had de mijn Prick opnieuw te ontginnen onder de naam Neuprick. De eigenaar was de duitse ''Pannesheider Bergwerksverein'' die in 1841 was gesticht, aandeelhouders waren onder andere de [[Eschweiler Bergwerksverein]] en de weduwe van de luikse staalmagnaat [[John Cockerill]].<ref>Oprichtingsakte NV Pannesheider Mijnvereniging, Nederlandse Staatscourant 12 oktober 1852, blz 5 [http://resources3.kb.nl/010785000/pdf/DDD_010787176.pdf online koninklijke bibliotheek Den Haag]</ref>
 
Neuprick was in bedrijf van [[1852]] tot [[1 september]] [[1904]] en had maar één schacht, de Catharina, met een diepte van 235 meter. Dit had als nadeel dat de luchtverversing niet optimaal was omdat de schacht vertikaal in tweeentweeën moest worden geplitst,gesplitst: de ene helft was voor de luchtaanvoer en de andere helft voor de luchtafvoer. In 1855 werd daarom een ondergrondse verbinding aangelegd met de naastgelegen Voccartmijn op [[Pruissen|Pruissisch]] grondgebied, die in eigendom was van de duitseDuitse ''Pannesheider Bergwerksverein''. Om de zo ontstane onderaardse smokkelroute tegen te gaan, werd al snel in 1856 op de rijksgrens een ondergronds hekwerk geconstrueerd waarvan de twee sleutels bij de kerkraadse douane lagen. De economische activiteit werd volledig vanuit de voccartmijnVoccartmijn geleid.
 
De duitse eigenaar ''Pannesheider Bergwerksverein'' werd in 1861 overgenomen door de [[Vereinigungsgesellschaft für Steinkohlenbau im Wurmrevier]], de nederlandse NV bleef als rechtspersoon bestaan, zij het in volledige eigendom van de ''Vereinigungsgesellschaft''. inIn 1883 werd de Bleijerheideconcessie bij de Neuprickconcessie gevoegd.
De mijn werd in 1904 gesloten vanwege uitputting en zeer grote wateroverlast. De concessie van de Domaniale mijn werd in [[1960]] uitgebreid met die van de kleine mijn Neuprick (85 ha).