Logaritmische schaal: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
"getalsverhouding" weg, het is een verhouding tussen een grootheid en een eenheid, dat zijn geen getallen
Regel 1:
Grootheden als [[lengte (meetkundig)|lengte]], [[massa (natuurkunde)|massa]], [[tijd]]sduur worden uitgedrukt in eenheden. Door [[meten|meting]] wordt vastgesteld welk [[veelvoud (wiskunde)|veelvoud]] de [[grootheid]] van de [[natuurkundige eenheid|eenheid]] is. ZoAls betekentwe voor een lengte aangeven ''L'' = 3,2 m, datdan gebruiken we de eenheid de [[meter]] (m), en geven aan dat de numerieke waarde 3,2 is, enwat inhoudt dat de lengte ''L'' 3,2 keer de eenheid is. NaastWe dekunnen keuzeook vanschrijven de eenheid (m), bepaalt de meting de (getals)[[verhouding (wiskunde)|verhouding]] tussen de grootheid en de eenheid (''L''/m = 3,2).
 
Bij een '''logaritmische schaal''' wordt niet de getalsverhoudingnumerieke waarde zelf, maar een [[logaritme]] van deze [[verhouding (wiskunde)|verhouding]] gegeven. In plaats van eenheid spreekt men meestal van referentiewaarde. De grootheid ''G'' kan nuwordt niet direct als een veelvoud van de referentiewaarde ''G<sub>''0</sub>, de eenheid, uitgedrukt worden, maar als een bepaald niveau boven het nulniveau dat bij de referentiewaarde hoort.hierboven:
 
:"niveau van" <math>G = \log_a\left(\frac{G}{G_0}\right)</math>.
Regel 18:
:<math>\!\,\log (1{,}10\ G/G_0) = \log (G/G_0)+\log (1{,}10)</math>,
dus een toename met <math>\log{(1{,}10)}</math>,
ongeacht het uitgangsniveau. Omdat veel [[zintuig]]lijke waarnemingen gelijke relatieve toenamen als gelijk ervaren ([[wet van Weber]]), zijn logaritmische schalen een geschikt middel om grootheden zo uit te drukken dat hun waarden met onze ervaring overeenkomen. Ook anderszins is het soms handiger om gelijke factoren in toename weer te geven als gelijke toename in niveau. Verdubbeling van waarde betekent in dB-schaal een toename van niveau met ca. 3,01 dB (immers <math>2=10^{3{,}01/10}</math>).
 
Wanneer de logaritme met het [[grondtal]] 10 wordt gebruikt (<sup>10</sup>log), dan is elke stap ter grootte 1 op de schaal 10 keer zo groot als de vorige. <br>Een schaal van 1, 2, 3 betekent dus in waarden: 10, 100, 1000.