[[Bestand:Preamble Grundgesetz.jpg|thumb|[[Preambule]] van de Duitse Grondwet]]
De '''Grondwet voor de Bondsrepubliek Duitsland''' ([[Duits]]: ''Grundgesetz für die Bundesrepublik Deutschland'') is de Duitse grondwet en dateert van [[23 mei]] [[1949]], samen met de stichting van de [[West-Bondsrepubliek Duitsland (1949-1990)|Bondsrepubliek Duitsland]]. De grondwet kan alleen veranderd worden met een tweederdemeerderheid van zowel de [[Bondsdag]] als de [[Bondsraad (Duitsland)|Bondsraad]]. Daar de Bondsraad en Bondsdag vaak verschillende meerderheden hebben, komt deze regeling in de praktijk er daardoor vaak op neer dat zowel de meerderheidspartijen in de Bondsdag als ook de [[oppositie (politiek)|oppositiepartijen]] een verandering in de [[grondwet]] moeten steunen.
In 1949 werd de grondwet voor het eerst geopenbaard, samen met de vestiging van de [[West-Bondsrepubliek Duitsland (1949-1990)|Bondsrepubliek Duitsland]]. Aanvankelijk werd niet gedacht dat men de grondwet zou behouden wanneer de hereniging van de Bondsrepubliek met de DDR een feit zou zijn, zoals aangegeven in artikel 146: "Deze Grondwet... zal ophouden te bestaan op de dag dat een grondwet wordt aangenomen door de vrije keuze van het Duitse volk". Uiteindelijk vond de [[Duitse hereniging]] van [[1990]] plaats binnen het raamwerk van artikel 23, dat toelaat dat er zich nieuwe eenheden bij de Bondsrepubliek voegen.
De grondwet wordt zeer hoog geacht door de Duitsers; de [[bondspresident van Duitsland|bondspresident]] wordt sinds Bondspresident [[Karl Carstens]] dat voorstelde gekozen op de Dag van de Grondwet (23 mei). De dag wordt ook uitgebreid gevierd.
