Utilitarisme: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
k Wijzigingen door 83.232.123.113 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Michaelovic
Regel 1:
Het '''utilitarisme''' (van Latijn ''utilitas'': nut, ook wel: '''utilisme''') is een ethische stroming die de morele waarde van een handeling afmeet aan de bijdrage die deze handeling levert aan het algedmeenalgemeen nut, waarbij onder algemeen nut het welzijn en geluk van alle mensen wordt verstaan.
 
Doorgaans houdt dit in dat een utilitarist met zijn handelingen streeft naar een zo groot mogelijke mate van geluk, al houdt hij er wel rekening mee dat dit in de praktijk soms oniogelijkonmogelijk kan zijn. Met een zo groot mogelijke mate van geluk wordt bedoeld dat zoveel mogelijk mensen zo gelukkig mogelijk zijn. Sommige utilitaristen, zoals [[Peter Singer]], zijn van mening dat ook het geluk van dieren van belang is.
 
De term geluk in de utilitaristische ethiek is de som van plezier min pijn. Vermijden van pijn en verwerven van plezier zijn dan ook de motieven voor het menselijke handelen.
 
Het utilitarisme is begonnen met [[David Hume]] (1711-1776), die werd geïnspireerd door het [[hedonisme]] van [[Epicurus]]. Het utilitarisme is daarna uitgewerkt door [[Jeremy Bentham]] (1748-1832) en [[John Stuart Mill]] (1806-1873). Met John Stuart Mills ''Utilitarianism'' ([[1861]]) heeft het utilitarisme pas echt gestaltesgestalte gekregen. Meer hedendaagse utilitaristen zijn [[David Pearce]], [[Richard Mervyn Hare|R. M. Hare]], [[Richard Layard]], [[Peter Singer]] en [[J.J.C. Smart]].
 
== Geschiedenis ==
[[Bestand:Jeremy_Bentham_by_Henry_William_Pickersgill_detail.jpg|right|thumb|Jeremy Bentham]]
Voor de oorsprong van het Utilitarisme wordt vaak teruggegrepen op de [[Griekse filosofie|Griekse]] [[filosoof]] [[Epicurus]], maar als een specifieke filosofische stroming wordt het Utilitarisme meestal toegeschreven aan [[Jeremy Bentham]]. <ref>{{en}} {{aut|Rosen, Frederik}} (2003). ''Classical Utilitarianism from HumelHume to Mill'' (KlassiekersKlassiek utilitarisme van Hume tot Mill. Routledge, pag. 28. ISBN 0-415-22094-7 "Het waren Hume en Bentham die vervolgens de oude [[Epicurisme|epicuristische]] doctrine met betrekking tot '''[[Nut (economie)|nut]]''' (Eng: utility) met krachttrainingkracht opnieuw tot leven brachten als de basis voor een theorie over de [[rechtvaardigheid]]." </ref>Bentham vond pijn en genot de enige intrinsieke waarden in de wereld: "de natuur heeft de mensenheidmensheid onder het bestuur van twee soevereine meesters, pijn en genot."
 
Daaruit leidde hij de nutsregel af, dat wat '''goed''' is, gelijk staat aan dat wat ''wat het grootste geluk brengt aan het grootste aantal mensen''. Nadat hij zich later had gerealiseerd dat deze formulering twee verschillende en potentieel tegenstrijdige principes tracht te verenigen, liet hij vervolgens het tweede deel van deze uitspraak vallen en sprak alleen nog over "het grootste geluksprincipe".