Bijbelse handschriften: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Koosg (overleg | bijdragen)
Koosg (overleg | bijdragen)
Regel 10:
=== 1. De Masoretische Hebreeuwse handschriften ===
Eeuwenlang hebben Joodse geleerden, zoals de [[Masoreten]] de [[Hebreeuws|Hebreeuwse]] [[Masoretische Tekst|tekst]] van wat Joden de [[Tenach]] en christenen doorgaans het [[Oude Testament]] noemen, zeer nauwgezet gekopieerd. Door bijvoorbeeld het aantal woorden en paragrafen te tellen werd het aantal kopieerfouten vrijwel tot nul beperkt. Aangetroffen fouten werden niet verbeterd (wat weer meer fouten veroorzaakt zou hebben) maar voorzien van de klinkers van de veronderstelde verbetering en gemarkeerd; in de kantlijn was de correctie te vinden met het teken Q = Qere (lees). De Masoreten ontwikkelden een systeem, waarmee de medeklinkertekst van klinkers kon worden voorzien, zonder haar te wijzigen. Hierdoor werden de klinkers van de tekst, tot dan toe mondeling overgeleverd, vastgelegd. Oude en moeilijk leesbare handschriften werden begraven. In de synagoge van Caïro heeft men in de kelder [[Geniza]] zulke oude handschriften gevonden die niet meer bruikbaar werden geacht.<ref>In deze genizah is de tot dan to onbekende Hebreeuwse tekst van het [[deuterocanoniek]]]e boek [[De wijsheid van Jezus Sirach|Ben Sira]] gevonden. Toen later een rol met een hoofdstuk in [[Massada]] werd gevonden, had men een groot deel het oorspronkelijke Hebreeuws weer. De wijsheid van Jesus Sirach, P.Beentjese, Damon 2006, H 1.1</ref>.
Abraham ben Samuel Firkovitsj (1786-1874) behoorde tot de Karaieten, een stroming in het jodendom. Firkovitsj kocht vele honderden handschriften uit geniza's in [[Jeruzalem]] en [[Egypte| (land)|Egypte]], [[Caïro (satdstad)|Caïro]]. Een deel hiervan verkocht hij aan de Nationale bibliotheek van Sint Peterburg, een ander deel kocht deze bibliotheek na zijn dood. Uit onderzoek bleek toen dat Firkovitsj gegevens in de manuscripten had vervalst. In de Firkovitsj collectie bevinden zich ongeveer 2300 handschriften, waarvan er 14 tussen 930 en 1121 ontstaan zijn. Het belangrijkste is de [[Codex Leningradensis]] uit 1008, die de basis vormt van onze tekst van het [[Oude Testament]].<ref>Met Andere Woorden 05.4; J. van Dorp, Welke grondtekst gebruiken we?; NBG december 2005</ref>
Door de praktijk van het enerzijds zorgvuldig kopiëren, anderzijds het begraven van versleten rollen, zijn de Masoretische handschriften zelf relatief ‘jong’, maar de [[Masoretische Tekst|tekst]] die ze overlevert, is wel archaïsch. Dat weet men, omdat het zelfde teksttype in de [[Dode Zee-rollen|Dode Zeerollen]] voorkomt; de tekst van de grote Jesaja-rol van 200 v. Chr. bleek bijvoorbeeld nauwelijks te verschillen van de middeleeuwse handschriften.
Voorbeelden: