Boomkorvisserij: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Ouddorp (overleg | bijdragen)
Ouddorp (overleg | bijdragen)
Regel 12:
De boomkorvisserij is in Nederland ontwikkeld na de Tweede Wereldoorlog. Vanaf de jaren '60 werd dit de toonaangevende manier van visserij. De scheepsgrootte nam snel toe tussen de jaren '60 en '80. Plaatsen langs de Nederlandse en Belgische kust met veel boomkorkotters zijn [[Nieuwpoort (België)|Nieuwpoort]], [[Oostende]], [[Zeebrugge]], [[Breskens]], [[Vlissingen]], [[Arnemuiden]], [[Ouddorp]], [[Goedereede]], [[Stellendam]], [[Katwijk aan Zee]], [[Den Helder]], [[Oudeschild]], [[Urk]] en [[Zoutkamp]]. Urk telt de meeste boomkorkotters. Eind jaren '80 telde Nederland meer dan 300 grote boomkorkotters. Na verschillende saneringsronden zijn er nog circa 125 over. Verder zijn er een kleine 80 Eurokotters die voor een groot deel van het jaar met de boomkor vissen. Ook hanteren meer dan 100 garnalenkotters hetzelfde principe, zij het met veel lichtere tuigen. In Groot-Brittanië komt op kleine schaal ook boomkorvisserij voor, [[Lowestoft]] kent een aantal ''bokkers''. Ook Duitse en Deense kustvissers gebruiken de techniek. Tot slot zijn er Nederlandse vissers, die deze vorm van visserij onder Noorse of Franse vlag uitoefenen.
 
Het gros van de Nederlandse boomkorvloot is uitgerust met een vermogen van 2000 pk. Een kleine categorie beschikt over een vermogen dat hoger ligt dan 2000 pk. Dit betreft zonder uitzondering kotters die voor 1988 zijn gebouwd. Vooral Arnemuiden is bekend om zijn grote boomkorkotters. De grootste Nederlandse boomkorkotter was jarenlang de in 1985 gebouwde ARM-18 ''Joris Senior'', met een tonnage van 635 brt. Deze kotter is in 2002 gesaneerd. In België mogen boomkorkotters een maximaal motorvermogen bezitten van 1.200 pk.
 
== Milieu-effecten ==