Anatolische hypothese: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Datu (overleg | bijdragen)
→‎Zie ook: spelling
Datu (overleg | bijdragen)
kopje datering toegevoegd (zelfde bron) ter voltooiing
Regel 7:
Een sterk punt van de landbouwhypothese is het verband dat wordt aangetoond tussen de verspreiding van de IE-talen en een archeologisch geattesteerd gegeven (verspreiding van de landbouw) dat vaak met belangrijke verschuivingen in de populatie zou zijn gepaard gegaan.
 
== KritiekpuntenPunten van kritiek ==
Een tegenargument ten aanzien van de Anatolische hypothese is de vaststelling dat in het [[Proto-Indo-Europees]] (PIE) reeds woorden voorkomen om technieken aan te duiden die in de archeologische optekeningen pas in het late neolithicum hun intrede doen, in sommige gevallen zelfs op de drempel van de [[bronstijd]], en dat een aantal van die woorden tot de oudste lagen van het PIE horen. Het lexicon bevat woorden in verband met landbouw (7500 v.Chr.), metallurgie (7500 v.Chr.), veefokkerij (6500 v.Chr.), de ploeg (4500 v.Chr.), goud (4500 v.Chr.), tamme paarden (4000-3500 v.Chr.) en voertuigen op wielen (4000-3400 v.Chr.)
 
Regel 35:
**'''Balkan Proto-Indo-Europees''' (overeenkomstig [[Marija Gimbutas|Gimbutas]]' [[Oud Europese cultuur]]), en
**'''Vroeg Steppe Proto-Indo-Europees''' (de voorloper van het Tocharisch).
 
== Datering ==
[[Bestand:Ie-boom.jpg|thumb|300px|Stamboom van het Indo-Europees volgens de glottochronologische methode]]
Linguisten hebben, in een poging tot datering van veranderingen in het talenlexicon met de tijd, [[Glottochronologie]] toegepast. De methode ondervond echter veel kritiek vanwege haar aanname van een constante graad van verandering. Recentere fylogenetische methoden zijn dan aangewend door bijvoorbeeld Russell D. Gray en Quentin D. Atkinson, waarbij op afzonderlijke takken variabele veranderingsgraden kunnen worden toegepast. Zij dateerden daarmee het PIE op een periode die wel met Renfews hypothese zou overeenkomen.<ref>Russell D. Gray & Quentin D. Atkinson, (27 November 2003), pp. 435-439.</ref>
 
Toch werd ook deze bevinding ter discussie gesteld. Een alternatieve revisie van glottochronologie door Sergei Starostin voorziet in een varanderingsgraad per tijd en daarmee wordt de vroegste PIE versie op 4670 v.Chr. gedateerd, voor de afsplitsing van het Hittitisch, en het latere PIE (aan de basis van alle andere IE talen) op 3810 v.Chr.<ref>Václav Blažek, ''Linguistica online'' (November 2005)
</ref>
 
 
== Noten ==
Regel 43 ⟶ 51:
* Colin Renfrew, ''Archaeology and Language: The Puzzle of Indo-European Origins'', London: Pimlico (1987)
* Colin Renfrew, 'Time depth, convergence theory, and innovation in Proto-Indo-European', in Alfred Bammesberger and Theo Vennemann (eds.), ''Languages in Prehistoric Europe'' (2004)
* Russell D. Gray & Quentin D. Atkinson, Nature, vol. 426 (27 November 2003) [http://dx.doi.org/10.1038/nature02029 Language-tree divergence times support the Anatolian theory of Indo-European origin]
* Václav Blažek, ''Linguistica online'' (November 2005) [http://www.phil.muni.cz/linguistica/art/blazek/bla-003.pdf On the internal classification of Indo-European languages: survey],
 
== Zie ook ==