Lodewijk II van Bourbon-Condé: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Clejo (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Clejo (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 10:
Lodewijk werd geboren als oudste zoon van prins [[Hendrik II van Bourbon-Condé]] en zijn vrouw prinses [[Charlotte Margaretha van Montmorency]].<ref> Totdat Lodewijk XIII werd geboren was Henri II troonopvolger. Hij werd in 1611 als onderkoning van [[Nieuw-Frankrijk]] benoemd. </ref> Hij had een oudere zus [[Anna Genoveva van Bourbon-Condé|Anna Genoveva]] (1619-1679). die met de hertog [[Hendrik II van Longueville]] trouwde. Hij had ook een jongere broer [[Armand van Bourbon]], de Prins van Conti, die met Anne Martinozzi, een nichtje van kardinaal [[Jules Mazarin]] in het huwelijk trad. Lodewijk was buitengewoon begaafd en kreeg een uitstekende opleiding in het jezuïetenklooster van [[Bourges]]. Zijn vader bemoeide zich met alles, zelfs met zijn kleding, n.b. nog in het jaar dat hij 18 was. Hij had ook een gouden hekje om de schoolbank van zijn zoon laten zetten, om te benadrukken dat Louis een prins van koninklijke bloede was.
 
Na Bourges ging Lodewijk enkele jaren naar l'[[Académie Royale]] {{Bron?|bestond<ref>Dominique toenPiladilhe, nogLe niet|2011|09|06Grand -Condé, zie(2008), overleg}}p. 20 / Jules Gourdault, La Jeunesse du Grand Condé, (1873), p. 18</ref>, waar hij zich bekwaamde als militair en ruiter.<ref> [[Kardinaal Retz]] schreef in zijn memoires dat de (toen pas 15-jarige) Lodewijk al een groot militair genie was. Dat hij ook goed) leerde vechten, blijkt uit de vele duels die hij in en om het Franse hof op zijn naam heeft staan.</ref> Op zijn zestiende (1637) werd Lodewijk waarnemend-gouverneur van Picardië en Bourgondië omdat zijn vader op een veldtocht was. In 1637 werd de Bourgogne vanuit de Franche-Comté aangevallen door een relatief klein regiment Spanjaarden. Condé twijfelde geen moment en trok er op uit om de vijand terug te slaan, hetgeen hem probleemloos lukte. Lodewijk XIII kwam hem kort daarna bezoeken op het familielandgoed in [[Vallery]] in ([[Bourgondië]]), en schreef aan zijn achterneef die nog steeds in Italië (vermoedelijk de Piemonte): "De ontvangst was eenvoudig, maar uitstekend verzorgd, alle lof voor uw zoon Lodewijk." -->
 
In 1641 trouwde Lodewijk met een nichtje van [[Kardinaal de Richelieu|Richelieu]], Claire-Clemence de Maille-Brézé, een 12-jarig kind. Dit huwelijk werd zonder zijn medeweten geregeld door zijn vader, die na de mislukte veldtocht in Italië naar andere manieren zocht om de banden met De Richelieu strak te houden. Lodewijk zelf verzette zich hevig tegen het huwelijk. Claire-Clemence was onooglijk, saai en ze had nauwelijks een opleiding genoten. Daarnaast kwam ze uit de lagere adel, hetgeen de jonge Lodewijk niet zinde. Hij stemde uiteindelijk in met het huwelijk, maar keek nauwelijks naar Maille-Brézé om en hij was haar niet trouw. Hij liet haar zelfs opsluiten, nadat het gerucht ging dat zij een affaire had met een bediende. Deze beschuldiging werd overigens niet breed geloofd, en men ging ervan uit dat Lodewijk het gerucht zelf had verspreid om zo haar opsluiting te rechtvaardigen. Maille-Brézé vertoonde op latere leeftijd ernstige krankzinnigheid, een erfelijke factor die het geslacht Condé nog generaties zou beïnvloeden. Het echtpaar kreeg een zoon, [[Hendrik III Julius van Bourbon-Condé|Henri-Jules]], of 'de Zotte', vernoemd naar zijn grootvader en toenmalige minister [[Jules Mazarin]].
Regel 49:
Nadat hij, zijn broer en zijn zwager zonder proces een jaar waren gevangen waren gehouden in [[Vincennes (Val-de-Marne)|Vincennes]] koos het Parlement voor de Fronde en voor Condé.<ref> Mazarin liet de gevangenen persoonlijk vrij in [[Le Havre]] (februari 1651) in de hoop daar voordeel uit te halen.</ref> Condé lag evenwel al snel overhoop met het parlement en liet zich als gouverneur in [[Guyenne]] benoemen. Condé startte een tweede Fronde vanuit Bordeaux, ook wel 'de Rebellie van de Prinsen' genaamd, aangezien een aantal prinsen en prinsessen uit het Huis Bourbon hierbij betrokken waren. Condé sloot op 6 november 1651 een verdrag met Spanje tegen een aanzienlijke vergoeding en voordelige afspraken over de verdeling na de strijd. <!--Hij had de steun van [[Oliver Cromwell]] en [[Christina I van Zweden]]. In het voorjaar verliet hij Guyenne.-->
 
Op 2 juli 1652 werd Condé door Turenne - die deze keer aan de zijde van de koning stond - verslagen bij Parijs. Zijn nicht [[Anna van Montpensier]]<ref>Controversieel, zie ook overlegpagina</ref> vuurde vanaf de Bastille kanonskogels af op de koninklijke troepen zodat Lodewijk met zijn neef ([[François Henri de Montmorency-Bouteville]]) de stad konden invluchten.{{Bron?||2011|09|06}} Condé raakte steeds meer geïsoleerd en zijn medestrijders verlieten hem. Hij verliet Parijs op 13 oktober 1652. In november verloor hij al zijn functies. Condé is met zijn regiment overgelopen, mogelijknaar eerstde naarSpaanse SpanjeNederlanden. Mazarin liet hem op 27 maart 1654 bij verstek ter dood veroordelen en zijn bezittingen confisqueren. Eind 1654 verbleef hij in de [[Zuidelijke Nederlanden]] en presenteerde zich als de [[Lijst van graven van Vlaanderen|graaf van Vlaanderen]].
 
In december 1654 wenste Condé door de voormalige koningin Christina op dezelfde wijze te worden ontvangen als [[aartshertog]] Leopold-Willem. Condé bleek erg gehecht aan zijn status en een eerste ontmoeting werd uitgesteld. Toen [[Nicolaas II Frans van Lotharingen]] wel op die wijze werd ontvangen was hij zwaar beledigd. Christina had afstand gedaan van een titel, iets waar Condé naar streefde, zodat er een toevallige ontmoeting werd georganiseerd.<ref>Lanoye, D. (2001) Christina van Zweden : Koningin op het schaakbord Europa 1626 - 1689, p. 87-88.</ref> Condé lag moeilijk bij de Fransen, maar inmiddels ook bij de Spanjaarden, omdat hij steeds zijn zin wilde doordrijven. Zijn leger integreerde niet en hij wilde alleen op Franse bodem vechten, omdat hij dan die veroveringen mocht behouden. Condé begon op eigen gelegenheid paspoorten uit te schrijven, wat door de [[landvoogd]] niet werd geaccepteerd.<ref>Lanoye, D. (2001) Christina van Zweden : Koningin op het schaakbord Europa 1626 - 1689, p. 91.</ref>