Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 9:
 
Botters hebben een hoge kop waarmee de zee gekeerd wordt en waardoor er in het vooronder leef- en opslagruimte ontstaat. Het achterschip is zeer laag om het [[vistuig]] makkelijk te kunnen hanteren. In het achterschip bevind zich de typerende '[[bun (schip)|bun]]'. Die bestaat uit drie met water gevulde ruimen die onder water, aan de zijkant worden afgedekt door de geperforeerde 'kaarplaten,' zodat het buitenwater er vrij doorheen kan stromen. In de bun kon de vangst dagenlang levend worden bewaard. De ruimen zijn via de trog van bovenaf bereikbaar. De [[zwaard (zeilboot)|zwaarden]] zijn typische smalle zeezwaarden, met [[vleugel (vliegtuig)|vleugelprofiel]].
De [[Tuigage (schip)|tuigage]] bestaat uit een massieve steekmast zonder zij[[verstaging]], zodat vistuig makkelijker te hanteren is. Bij licht weer konden een [[kluiver]] en een bras of[[aap_(zeil)|aap]] als bijzeilen worden toegevoegd. Opvallend is de zeer grote [[fok (zeil)|fok]], die nodig was om de netten te slepen, maar zwaar te hanteren is bij [[overstag]] gaan bij stormachtig weer.
 
== Bemanning ==