Plaats (Den Haag): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Brinktekst (overleg | bijdragen)
Brinktekst (overleg | bijdragen)
Regel 28:
De panden om de Plaats zijn allemaal apart gebouwd en verschillen daardoor van stijl. Veel panden zijn in Jugendstil gebouwd. De oneven nummers zijn aan de kant van de Gevangenpoort, de even nummers zijn aan de noordzijde, ze lopen dus niet rondom, zoals bij een plein.
Eén van de historische panden is nummer 20, van dit pand wordt in 2010 een replica gemaakt voor Madurodam. <br>De eerste eigenaar was kunsthandel [[Goupil & Cie]], de kunsthandel van Vincent van Gogh, die vervolgens partner was geworden van de kunsthandel Goupil op de Place de l'Opera in Parijs. Zijn neef [[Vincent van Gogh]] werkte in Den Haag bij hem van [[8 augustus]] [[1869]] - [[13 juni]] [[1873]], en gebruikte de zolder om te schilderen omdat daar zo'n goede lichtinval was. Hij woonde in die jaren op de Lange Beestenmarkt.
<br>Op de gevel staat de naam van J. van Dooren & Co, de tweede eigenaar. Deze had eerst een winkel in het [[Noordeinde (Den Haag)|Noordeinde]], waar later Focke & Meltzer kwam. Hij verkocht hoeden, die voor een deel door zijn vrouw gemaakt werden. Prinses Juliana en haar moeder waren er vaste klanten. Rond 1904 werd het pand gerestaureerd. <br>De kleinzoon van Van Dooren verkocht het pand aan Wellink. Onderin het pand zit nu John Edward, tot enkele jaren geleden was hun winkel op nummer 22.<br /><br />
'''Plaats 18'''<br /><br />
Nummer 18 is een mooi gebouw uit eind 17e eeuw, waarin nu de Suit Supply zit. Rond de eeuwwisseling was dit het legendarische Restaurant van der Pijl. De eisen, die in dit restaurant aan het personeel werden gesteld, waren bijzonder hoog. Prins Hendrik en leden van het corps diplomatique behoorden tot de vaste gasten.‘Keek je tegen de tijd van dineren naar binnen, dan kon je genieten van de schittering van kristal; en het tafellinnen was zo hagelwit dat het blank vuur leek’, aldus Johan Schwencke, in 'Wandelingen door oud-Den Haag'. Frederik van Eeden schreef in zijn dagboek dat restaurant Van der Pijl een oord dat hij beter kon vermijden. Op 18 januari 1898 dineerde hij daar: ‘een opzettelijk toegeven aan luxe, met zelf-observatie'. In 1919 vierde het Scherpschuttersgilde er haar 80-jarig bestaan met een diner. Uit het archief van de Draf en Rensport blijkt dat in 1898 de VII 'Prix du Restaurant van der Pijl' was met een prijs van fl 300,- voor de eerste prijs en fl 200,- voor de tweede prijs.