Oskar Kokoschka: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 37:
Na 1924 begon de lange reeks landschappen en stadsgezichten, die deels sterk gecomprimeerde overzichten van plaatsen tonen en deels slechts representatieve pronkstukken zijn. Op het [[nationaalsocialisme]] en oorlog antwoordde Kokoschka met [[allegorie (beeldende kunst)|allegorische]] beelden en met het ''Zelfportret van een ontaard kunstenaar''.
 
[[Image:Oskar Kokoschka (1963) by Erling Mandelmann - 2.jpg|left|thumb|280px|Oskar Kokoschka voor een van zijn werken, in 1963 (foto:Erling Mandelmann)]]
In 1931 gaf hij zijn woning in Parijs op en keerde hij terug naar Wenen, maar verliet de stad weer na de Starhemberg-putsch van 1934 en verhuisde zoals vele Tsjechische emigranten naar Praag, waar hij onder meer een portret van president Masaryk schilderde. In de winter van 1934 leerde hij zijn latere vrouw kennen, Olda Palkovska. 417 van zijn werken werden in 1937 in beslag genomen door de regering.
 
In 1931 gaf hij zijn woning in Parijs op en keerde hij terug naar Wenen, maar verliet de stad weer na de Starhemberg-putsch van 1934 en verhuisde zoals vele Tsjechische emigranten naar Praag, waar hij onder meer een portret van president Masaryk schilderde. In de winter van 1934 leerde hij zijn latere vrouw kennen, Olda Palkovska. 417 van zijn werken werden in 1937 in beslag genomen door de regering.
[[Image:Oskar Kokoschka (1963) by Erling Mandelmann - 2.jpg|left|thumb|280px|Oskar Kokoschka in 1963 (foto:Erling Mandelmann)]]
 
Tijdens de Tweede Wereldoorlog onderhield hij in zijn Engelse ballingschap nauwe banden met Tsjechische emigranten. Na de oorlog werd hij lid van de vluchtelingenorganisatie 'Společnost pro vědy A umění' (Maatschappij voor Wetenschap en Kunst).