Alice Miller (psycholoog): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Anton1965 (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''Alice Miller''' (geboren '''Alicja Rostowska''') ([[Lviv|Lemberg, Oekraïne, destijds Polen]], [[12 januari]] [[1923]] – [[Saint-Rémy-de-Provence]], [[14 april]] [[2010]]) was een psychologe, schrijfster en kunstschilderes. Zij is bekend geworden door haar onderzoek naar en haar strijd tegen [[kindermishandeling]].
 
Miller werd geboren en groeide op in het destijds in Polen gelegen LembergLviv (Lwów). Zij was van Joodse afkomst. Tijdens de [[Tweede Wereldoorlog]] studeerde zij [[filosofie]] en literatuurgeschiedenis aan de [[Universiteit van Warschau]], die toen ondergronds was. In [[1946]] kon zij haar studie voortzetten in [[Zwitserland]]. In [[1953]] promoveerde zij aan de [[Universiteit van Bazel]] tot doctor in de [[filosofie]], [[psychologie]] en [[sociologie]].
 
Zij heeft dertienveertien boeken geschreven, die vertaald zijn in dertig talen. Het fundament van haar onderzoek en schrijfwerk is te lezen in ''Het drama van het begaafde kind'' ([[1979]], herziene uitgave [[1996]]). Zij heeft naast haar werk als schrijfster meerdere aquarellen gemaakt, die te zien zijn in haar boek ''Pictures of a Childhood'' [[1986]], 1e druk.
 
Gedurende twintig jaar werkte Miller als psychoanalytica in [[Zürich (stad)|Zürich]]. Eind jaren zeventig stelde zij de geldigheid van de psychoanalytische theorie van [[Sigmund Freud|Freud]] radicaal ter discussie. Zij wees die af omdat de klassieke [[psychoanalyse]] naar haar mening de toegang belet tot de ware oorzaken van traumatische gebeurtenissen uit de kindertijd. Deze trauma's berusten volgens haar niet op de kinderlijke fantasie, maar op feitelijke ouderlijke machtsuitoefening. Miller legt de oorzaak van neurosen, psychosen, depressies, verslavingen en delinquent gedrag bij de [[opvoeding]]. Die opvoeding kan een gespletenheid veroorzaken als de volwassene authentieke gevoelens en delen van zijn ik heeft verdrongen doordat hij als kind onderworpen is geweest aan de macht, de (te) hoge verwachtingen en het fysieke of psychische [[geweld]] van zijn ouders. Bijna iedereen is als kind geslagen, maar in alle culturen is het sparen van de ouders de hoogste wet, stelt Miller.