Gregory S. Paul: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
LucienBOT (overleg | bijdragen)
k r2.6.4) (Robot: toegevoegd: es:Gregory S. Paul
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
[[File:Gregory S Paul in Princeton.jpg|right|thumb|Gregory Scott Paul]]
'''Gregory Scott Paul''', ([[24 december]] [[1954]]), is een Amerikaans [[paleontoloog]] en wetenschappelijk illustrator. Paul is vooral bekend door zijn vele illustraties van [[dinosauriërs]], zowel van restauraties van skeletten als scènes met levende dieren. Hij wordt gezien als de belangrijkste grondlegger van de ''new look'' in paleontologische illustraties. Als wetenschapper is hij vooral bekend als grondlegger van de hypothese dat de [[Deinonychosauria]] afstammen van een vliegende voorouder.
 
== Jeugd ==
Regel 6:
 
== Invloed van Robert Bakker ==
In 1973 ging Paul geologie en biologie studeren aan het [[Northern Virginia Community College]]. In deze tijd werd hij zich bewust dat er een "dinosauriërrenaissance" gaande was, in gang gezet door paleontoloog [[Robert Bakker (paleontoloog)|Robert Bakker]], die in de [[jaren zeventig]] de theorie dat de dinosauriërs [[endotherm]] waren bekendheid gaf. Rond 1975 liet Paul deze denkbeelden in zijn illustraties doorwerken door bevederde dinosauriërs af te beelden. Daarbij gebruikte hij nu ook [[kleurpotlood]]. Tegelijkertijd deed hij vrijwilligerswerk aan het [[Smithsonian Institute]]. In 1976 kwam hij via het Smithsonian in contact met Bakker persoonlijk.
 
Bakker was zelf een niet onverdienstelijk tekenaar maar hij besefte dat hij iemand van groter talent nodig had om zijn ideeën visueel uit te dragen. Die persoon vond hij in deze jeugdige biologiestudent die ook nog eens een vurig aanhanger van de nieuwe leer bleek. Paul kwam al snel tot de conclusie dat het soort illustraties dat in die tijd nog acceptabel geacht werd, "niet in woorden uit te drukken zo slecht" was. Gedreven begon hij, op aanwijzing van Bakker, aan een project om van alle bekende vondsten voor het eerst gestandaardiseerd de skeletdelen in inkttekeningen af te beelden die de naar de meest recente inzichten correcte lichaamshouding weergaven. Daarna maakte hij reconstructies van het spierstelsel. Deze methode leverde genoeg gegevens op om voor het eerst ook wetenschappelijk verantwoorde afbeeldingen van de levende dieren te maken. Hierbij koos hij voor de snelle methode van de zwart-wit-illustratie in [[Siberisch krijt]], een techniek die door Bakker gesuggereerd werd. Bij [[John Bannon]] ging hij in de leer om zich in de [[olieverf]]techniek te bekwamen.
Regel 16:
 
== Paleontologische theorieën ==
De meerderheid van de toenmalige paleontologische wereld kon zijn inzichten hoogstens zeer ten dele delen, maar men bezag Paul met een zekere sympathie omdat hij zulke mooie dingen maakte. Dat veranderde enigszins toen bleek dat de kunstenaar zich ook als paleontoloog wilde betonen. Zolang dat op de academische manier ging door het publiceren van artikelen over allerlei détailsdetails gaf dat nog geen problemen. In 1978 deed Paul onderzoek naar de voedselopnemingscapaciteit van sauropoden; in 1981 bezocht hij Europa en het Berlijnse exemplaar van ''[[Archaeopteryx (dier)|Archaeopteryx]]'' wat in 1984 leidde tot zijn eerste [[Collegiale toetsing|peer-reviewed]] publicatie over de hypothese dat de groep welke we nu de [[Maniraptora]] noemen tot de vogels behoort; hetzelfde jaar verscheen een tweede artikel over de afkomst van de [[Therizinosauria|segnosauriërs]]. Hoewel deze successen Paul ertoe verleidden zijn studie te beëindigen, nog voor hij zijn ''[[Master (academische graad)|master]]'s degree'' behaald had, en ook zijn bijbaantje als [[winkelbediende]] op te zeggen, baarden ze geen al te groot opzien. In 1987 echter schreef Paul, in het kader van een grote reizende tentoonstelling over dinosauriërkunst, een hoofdstuk, ''The Science and Art of Restoring the Life Appearance of Dinosaurs and Their Relatives: A Rigorous How-To Guide'', voor het boek ''Dinosaurs, Past & Present'' dat weliswaar de uiterlijke vorm had van een aantal richtlijnen voor het illustreren van dinosauriërs, maar in feite een met grote stelligheid uitgesproken analyse van de anatomie van de hele groep behelsde. Leidde dit al tot opgetrokken wenkbrauwen: het jaar daarop publiceerde Paul een heel boek over de Theropoda: ''Predatory Dinosaurs of the World''. [[Bibliofilie|Bibliofiel]] was dit werk een doorslaand succes. Iedereen was erover eens dat er nog nooit zo'n prachtig boek over het onderwerp was geschreven (al was het alleen maar omdat dit de eerste keer was) en vooral geïllustreerd. Maar als wetenschappelijk werk werd het boek in de recensies neergesabeld. De storm aan negatieve kritiek had verschillende oorzaken. Het geschrift waagde het zowel wetenschappelijk als populair-wetenschappelijk te zijn. Paul had zelfs een aantal nieuwe soorten benoemd, samen met vele andere taxa. Het vervreemdde zijn moderne vrienden door de methode van de [[kladistiek]] te verwerpen. De conservatieven bracht het tot hoongelach door iedere kleine soort met veren uit te dossen en zelfs expliciet te beweren dat een belangrijk deel van de dinosauriërs uit loopvogels bestond! Het boek was ook een commerciële flop en van het oorspronkelijke plan om ook van de andere dinosauriërgroepen een overeenkomstig deel te laten verschijnen kwam niets terecht.
 
De meerderheid van de toenmalige paleontologische wereld kon zijn inzichten hoogstens zeer ten dele delen, maar men bezag Paul met een zekere sympathie omdat hij zulke mooie dingen maakte. Dat veranderde enigszins toen bleek dat de kunstenaar zich ook als paleontoloog wilde betonen. Zolang dat op de academische manier ging door het publiceren van artikelen over allerlei détails gaf dat nog geen problemen. In 1978 deed Paul onderzoek naar de voedselopnemingscapaciteit van sauropoden; in 1981 bezocht hij Europa en het Berlijnse exemplaar van ''[[Archaeopteryx (dier)|Archaeopteryx]]'' wat in 1984 leidde tot zijn eerste [[Collegiale toetsing|peer-reviewed]] publicatie over de hypothese dat de groep welke we nu de [[Maniraptora]] noemen tot de vogels behoort; hetzelfde jaar verscheen een tweede artikel over de afkomst van de [[Therizinosauria|segnosauriërs]]. Hoewel deze successen Paul ertoe verleidden zijn studie te beëindigen, nog voor hij zijn ''[[Master (academische graad)|master]]'s degree'' behaald had, en ook zijn bijbaantje als [[winkelbediende]] op te zeggen, baarden ze geen al te groot opzien. In 1987 echter schreef Paul, in het kader van een grote reizende tentoonstelling over dinosauriërkunst, een hoofdstuk, ''The Science and Art of Restoring the Life Appearance of Dinosaurs and Their Relatives: A Rigorous How-To Guide'', voor het boek ''Dinosaurs, Past & Present'' dat weliswaar de uiterlijke vorm had van een aantal richtlijnen voor het illustreren van dinosauriërs, maar in feite een met grote stelligheid uitgesproken analyse van de anatomie van de hele groep behelsde. Leidde dit al tot opgetrokken wenkbrauwen: het jaar daarop publiceerde Paul een heel boek over de Theropoda: ''Predatory Dinosaurs of the World''. [[Bibliofilie|Bibliofiel]] was dit werk een doorslaand succes. Iedereen was erover eens dat er nog nooit zo'n prachtig boek over het onderwerp was geschreven (al was het alleen maar omdat dit de eerste keer was) en vooral geïllustreerd. Maar als wetenschappelijk werk werd het boek in de recensies neergesabeld. De storm aan negatieve kritiek had verschillende oorzaken. Het geschrift waagde het zowel wetenschappelijk als populair-wetenschappelijk te zijn. Paul had zelfs een aantal nieuwe soorten benoemd, samen met vele andere taxa. Het vervreemdde zijn moderne vrienden door de methode van de [[kladistiek]] te verwerpen. De conservatieven bracht het tot hoongelach door iedere kleine soort met veren uit te dossen en zelfs expliciet te beweren dat een belangrijk deel van de dinosauriërs uit loopvogels bestond! Het boek was ook een commerciële flop en van het oorspronkelijke plan om ook van de andere dinosauriërgroepen een overeenkomstig deel te laten verschijnen kwam niets terecht.
 
== Erkenning ==