Glooiingshoek: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
JAnDbot (overleg | bijdragen)
k r2.5.2) (Robot: toegevoegd: ko:궤도 경사, gewijzigd: en:Orbital inclination
Regel 1:
[[Bestand:Baan.svg|thumb|300px|de Glooiingshoek]]De '''glooiingshoek''' of '''inclinatie''' is in de [[exacte wetenschappen]] een algemene naam voor de [[hoek (meetkunde)|hoek]] tussen een richting en een [[Plat vlak|referentievlak]], of tussen een ander vlak en een referentievlak. In de [[astronomie]] is de inclinatie:
* de hoek tussen de [[baan (hemellichaam)|baan]] van een [[hemellichaam]] en het referentievlak van het [[coördinatenstelsel]] (voor banen in het [[zonnestelsel]] wordt daarvoor meestal het vlak van de [[ecliptica (astronomie)|ecliptica]] genomen, voor banen rond een [[planeet]] de [[evenaar]] van die planeet). De inclinatie is één van de [[baanelementen]].
 
* de hoek tussen de [[baan (hemellichaam)|baan]] van een [[hemellichaam]] en het referentievlak van het [[coördinatenstelsel]] (voor banen in het [[zonnestelsel]] wordt daarvoor meestal het vlak van de [[ecliptica (astronomie)|ecliptica]] genomen, voor banen rond een [[planeet]] de [[evenaar]] van die planeet). De inclinatie is één van de [[baanelementen]].
* [[magnetische inclinatie]]: de hoek die het [[magneetveld]] maakt met het lokale oppervlak.
 
Wanneer het object (bijvoorbeeld een [[satelliet (astronomie)|satelliet]]) dezelfde draairichting heeft als het lichaam waar het omheen draait, dan wordt een glooiinghoek van minder dan 90 [[booggraad|graden]] opgegeven. Een hoek van meer dan 90 graden duidt een tegengestelde draairichting aan.
 
Een [[baan (hemellichaam)|geostationaire]] [[kunstmaan]] bevindt zich bijvoorbeeld altijd boven de [[evenaar]] en heeft een glooiingshoek van 0 graden. Het [[internationaal ruimtestation]] heeft een glooiingshoek van 51,6 graden, en kan daarom alleen recht boven plaatsen op de aarde komen met een [[breedtegraad]] (noordelijk of zuidelijk) van ten hoogste 51,6 graden. De inclinatie van de maanbaan is ten opzichte van de evenaar van de aarde ongeveer 23½°½°, en ten opzichte van de ecliptica ongeveer 5°°. Daarom staat de maan aan de hemel nooit meer dan ongeveer 5 graden van de ecliptica vandaan.
 
Omdat de meeste [[baan (hemellichaam)|planetenbanen]] met die van de [[aarde (planeet)|aarde]] ongeveer in hetzelfde vlak liggen worden de planeten aan de hemel altijd in de buurt van de ecliptica gevonden. Alleen de planeet [[Mercurius (planeet)|Mercurius]] (7°°) heeft een baan die meer dan 5°° afwijkt van het vlak van de ecliptica, evenals [[dwergplaneet|dwergplaneten]]. Ook de baan van de maan heeft een helling van meer dan 5°° ten opzichte van de ecliptica, hierdoor kunnen [[zonsverduistering|zons-]] en [[maansverduistering]]en alleen voorkomen als de maan in een "knoop" staat, de punten waar de ecliptica en het baanvlak van de maan elkaar snijden.
 
{| class="wikitable"
|+ ''inclinaties ten opzichte van de ecliptica''
!hemellichaam
!inclinatie (°°)
|-
| [[Mercurius (planeet)|Mercurius]]