Willem Boetje: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Menke (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Menke (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 10:
Op 27 augustus 1897 werd Boetje benoemd tot [[kolonel]] en chef der artillerie;op 25 maart 1899 werd hij bevorderd tot [[generaal-majoor]] en op 27 maart 1903 tot luitenant-generaal en opvolger van generaal [[Johan Cornelis van der Wijck|Van der Wijck]] als legercommandant benoemd, tevens hoofd van het Department van Oorlog. Hij bleef twee jaar in deze functie en werd op 5 mei 1903 op zijn verzoek eervol ontslagen onder dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten door hem aan den lande bewezen. Boetje was van 1897 tot 1902 lid der directie van het weduwen- en wezenfonds in Indië. In 1906 was de kanseliersfunctie van de beide Nederlandse ridderorden weer hersteld en zo weer in overeenstemming met de wettelijke bepalingen gebracht. Na de splitsing werd [[Viceadmiraal|vice-admiraal]] [[Frederik Jan Stokhuyzen|Stokhuyzen]] benoemd tot [[Kanselier van de Militaire Willems-Orde]], een functie die sinds 1838 met die van [[Kanselier van de Orde van de Nederlandse Leeuw]] in één hand was geweest en sinds 1849 ''[[Kanselier der Nederlandse Ridderorden]]'' werd genoemd.<BR> Boetje volgde op 1 september 1916 viceadmiraal Stokhuyzen op als Kanselier van de Militaire Willems-Orde en werd in 1918 als opvolger van [[J.H.L.F. von Franck|von Franck]] ook [[Kanselier van de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Orde van Oranje-Nassau]]. Men noemde hem al snel ''[[Kanselier van de Nederlandse Ridderorden]]'' hoewel deze term in de wet niet voorkwam. In 1918 intervenieerde Boetje toen een ontwerp-wet op de Militaire Willems-Orde gereed lag. Hij maakte bezwaar tegen een op ideeën van luitenant-generaal [[Frederik Henri Alexander Sabron|Sabron]] berustende ontwerp van wet omdat dat niet bij de Indische praktijk aansloot.Van de hervorming kwam tot in de zomer van 1940 niets. Op 9 juni 1927 werd Willem Boetje eervol ontslagen als Kanselier. Willem Boetje was [[Ridder (titel)|Ridder]] in de [[Orde van de Nederlandse Leeuw]], [[grootofficier]] in de [[Orde van Oranje-Nassau]] en drager van het [[Ereteken voor Belangrijke Krijgsbedrijven]] met de gespen Atjeh 1873-1876 en Atjeh 1896-1900 en het [[Lombokkruis]]; hij was daarnaast [[Commandeur (ridderorde)|commandeur]] in de [[Orde van de Witte Olifant]] en droeg het [[Onderscheidingsteken voor Langdurige Dienst als officier]] met het cijfer XXX. Boetje overleed op 28 juli 1943 en werd gecremeerd te [[Westerveld (begraafplaats)|Westerveld]].
 
{{Link portaal|KNIL}}
{{bron|bronvermelding=
*1940. [[George Carl Emil Köffler|Köffler]]. ''De militaire Willemsorde 1815-1940''. 's-Gravenhage