Standerdmolen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 28:
Het kammen[[luiwerk]] wordt via het varkenswiel door het [[bovenwiel]] aangedreven. Ook is er een gaffelwiel aanwezig voor het met de hand opluien.
 
De meeste standerdmolens zijn [[korenmolen]]s, maar in Vlaanderen zijn er ook enkele zeldzame [[oliemolen]]s; aan de achterzijde is vaak een kapje te zien waaronder een door de wind aangedreven hijsas voor zakken graan en meel zit (het luiwerk, zie foto). Er zijn echter ook standerdmolens waarbij de kap verder doorloopt of waarbij de dakspits verder doorloopt ([[Den Evert]]), waardoor het luiwerk tegen de regen beschermd wordt.
 
Men spreekt van een ''gesloten'', ''half gesloten'' of ''open'' standerdmolen, afhankelijk van het feit of de voet (onderbouw), het gedeelte onder de zetel, geheel gesloten, half gesloten dan wel open is. De molen op de foto's, behalve de bovenste foto, zijn van het gesloten type. In Limburg staan enkele voorbeelden van half gesloten standerdmolens. Het dak van de onderbouw wordt de paraplu genoemd. Hier spreekt men dan over een ''halfgesloten'' standerdmolen. Een voordeel van een gesloten standerdmolen is dat de balken beschermd worden tegen het weer en er meer ruimte is voor opslag. (Denk hierbij aan [[meelzak]]ken en [[zeis]]en)