Breitner Academie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
MiekeMekkink (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 10:
Het idealisme van de Amsterdamse katholieke elite (naast Molkenboer en Cuypers, o.a. Victor de Stuers, J.A. Alberdingk Thijm en Antoon Derkinderen) die strijdt voor verbetering van kunstzin en smaakgevoel, wordt na een decennium al ingehaald door de politieke werkelijkheid. Het ministerie vond dat het tekenonderwijs meer moest aansluiten bij het vaktechnisch onderwijs.
In 1923 wordt de Rijksnormaalschool gereorganiseerd en omgedoopt tot Rijks Instituut tot Opleiding van Teekenleeraren onder directeurschap van Huib Luns en vanaf 1931 onder directeurschap van Harm Ellens.
In 1938 vindt opheffing plaats van beide Rijksscholen. Het personeel van de RijsknormaalschoolRijksnormaalschool echter kan in dienst treden bij het Instituut voor het Kunstnijverheidsonderwijs, de huidige Gerrit Rietveld Academie onder directeurschap van architect Mart Stam dat de opleiding overneemt.
 
Tusssen 1938 en 1966, het moment van verhuizing van het Rijksmuseum naar het nieuwe glazen gebouw van de Gerrit Rietveld Academie aan de Prinses Irenestraat (nu Fred. Roeskestraat) maakt de opleiding onder leiding van adjunctdirecteur Jan F. Jansen een geleidelijke ontwikkeling door van traditioneel tekenonderwijs naar de waarneming naar een kunstopleiding waarbij de creatieve ontwikkeling van het individu centraal staat. Rond 1950 levert de opleiding kunstenaars af die naam maken: Jan Beutener, Jaap Hillenius, Cornelis Rogge en Aat Veldhoen, en in de tweede helft van de jaren 50 Reinier Lucassen, Gustave Asselbergs en Jan Roeland.