Legio I Italica: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Adk0902 (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Adk0902 (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 11:
De eerste veldslag vond plaats op 14 april 70. Inmiddels was Galba vermoord en opgevolgd door een senator genaamd [[Otho|Marcus Salvius Otho]]. In de buurt van [[Cremona_(stad)|Cremona]] werden Otho's legioenen [[Legio XIII Gemina|XIII Gemina]], [[Legio I Adiutrix|I Adiutrix]], en de [[Praetoriaanse garde]] in de [[Eerste slag bij Bedriacum]] verslagen door Vitellius' [[Legio V Alaudae|V Alaudae]], I Italica en [[Legio XXI Rapax|XXI Rapax]]. Toen Otho de omvang van de nederlaag zag, was hij zo aangeslagen dat hij besloot zich het leven te benemen om verder bloedvergieten te voorkomen. Zelfs het nieuws dat een aantal van zijn legioenen reeds in aantocht waren, kon hem niet meer op andere gedachten brengen. Op 17 april pleegde hij zelfmoord. Volgens de Romeinse historicus [[Tacitus]] was I Italica de dapperste van alle betrokken legioenen en hun adelaar werd trots door de straten van Rome gevoerd toen Vitellius zijn nieuwe hoofdstad binnentrok.
 
Vitellius genoot niet lang van zijn keizerrijk, want in het Oosten werd de generaal die daar heengezonden was om de Joodse Opstand neer te slaan, [[Vespasianus]], tot keizer uitgeroepen. De legioenen uit de Donauprovincie steunden hem en op 24 oktober 70 vond er opnieuw een veldslag plaats in de buurt van Cremona, de [[Tweede slag bij Bedriacum]]. I Italica vocht opnieuw dapper, maar deze keer werd Vitellius verslagen.
 
De zegevierende nieuwe keizer zond I Italica naar [[Moesia]] waar het gelegerd werd in Novae (tegenwoordig Svishtov in het noorden van Bulgarije) en [[Legio VIII Augusta|VIII Augusta]] afloste. Gedurende de winter vielen de [[Sarmaten]], een stam levend aan de overzijde van de [[Donau]], het Romeinse Rijk binnen, omdat het de stam bekend was dat er een burgeroorlog woedde. Zij hadden geleerd dat zij onder deze omstandigheden succesvol konden zijn. De gouverneur van Moesia, [[Fonteius Agrippa]], werd verslagen en sneuvelde tijdens de strijd. Aangenomen wordt dat I Italica één van de verslagen legioenen was. Pas in de loop van het jaar 70 kon een nieuwe gouverneur, [[Rubrius Gallus]], de orde herstellen. De 5300 1,90 meter lange mannen hadden eindeljk hun basis gevonden, niet ver van de plek waar Alexander de Grote ooit de Donau overstak.