Botter: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Constructieve bijzonderheden: spelfoutje en vlas->linnen
Caseman (overleg | bijdragen)
Regel 8:
Voor het bouwen van de botter werd voor de romp voornamelijk gebruik gemaakt van [[eik]]enhout. De plecht was over het algemeen van [[grenen_(hout)|grenen]] omdat dat minder glad is als het nat wordt. [[Rondhout]]en zoals de [[scheepsmast|mast]], de [[giek]] en ook de vaarbomen waren van [[naaldhout|naald-]] of [[essen (hout)|essenhout]]. [[katrol|Blokken]] waren over het algemeen ook van essenhout. De zeilen waren van [[katoen]] of [[linnen|vlas]] en het touwwerk van [[hennep]] of [[manilla]]. Onderhoud van het hout werd gedaan met harpuis (Een mengsel van gekookte [[lijnzaadolie|lijnolie]], [[hars]] en [[zwavel]]), lijnolie en, voornamelijk onder water, [[teer]]. De zeilen en touwen werden [[tanen|getaand]].
 
Botters hebben een hoge kop waarmee de zee gekeerd wordt en waardoor er in het vooronder leef- en opslagruimte ontstaat. Het achterschip is zeer laag om het [[vistuig]] makkelijk te kunnen hanteren. In het achterschip bevind zich de typerende '[[bun (schip)|bun]]'. Die bestaat uit drie met water gevulde ruimen die onder water, aan de zijkant worden afgedekt door de geperforeerde 'kaarplaten,' zodat het buitenwater er vrij doorheen kan stromen. In de bun kon de vangst dagenlang levend worden bewaard. De ruimen zijn via de 'trog' van bovenaf bereikbaar. De [[zwaard (zeilboot)|zwaarden]] zijn typische smalle zeezwaarden, met [[vleugel (vliegtuig)|vleugelprofiel]].
De [[Tuigage (schip)|tuigage]] bestaat uit een massieve steekmast zonder zij[[verstaging]], zodat vistuig makkelijker te hanteren is. Bij licht weer konden een [[kluiver]] en [[aap_(zeil)|aap]] als bijzeilen worden toegevoegd. Opvallend is de zeer grote [[fok (zeil)|fok]], die nodig was om de netten te slepen, maar moeilijk te hanteren bij [[overstag]] gaan.