Parlementaire enquête opsporingsmethoden: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 32:
==Rapport==
De enquêtecommissie bracht op 1 februari 1996 haar rapport aan de Tweede Kamer uit. Het rapport - dat 5500 pagina's beslaat - wordt vergezeld van in totaal 11 bijlagen waarin o.a. alle verhoren en deelonderzoeken zijn opgenomen.
De voornaamste conclusie van de enquête was dat er sprake was van een [[Crisis (situatie)|crisis]] in de opsporing. Deze crisis kende drie elementen:
*Ontbrekende [[normen]]. De commissie constateerde dat er een gebrek was aan een adequate normstelling voor het optreden van [[politie]] en [[Ministerie van Justitie (Nederland)|justitie]] tegen de georganiseerde criminaliteit. Er werd door de [[wetgever (staatsrecht)|wetgever]] maar ook door de [[rechter]] naar het oordeel van de commissie te veel ruimte gelaten voor politie en justitie.
*Een niet goed functionerende organisatie van de opsporing als gevolg van onduidelijke besluitvorming over wie nu waarvoor verantwoordelijk was. De bevoegdheden en verantwoordelijkheden van betrokkenen bij de opsporing in Nederland waren diffuus volgens de commissie.