Gewone wetgevingsprocedure: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 13:
De medebeslissingsprocedure moet gezien worden als de meest recente ontwikkeling van de Europese Unie richting een bestuurlijk geheel dat meer is dan een simpel samenwerkingsverband tussen een aantal lidstaten. De medebeslissingsprocedure is de jongste telg in een opeenvolgende lijn van procedures (ontwikkeld sinds de oprichting van het Europees Parlement in [[1957]]) waarbij het Parlement gaandeweg aan invloed en macht heeft gewonnen ten opzichte van de Commissie en de Raad. Had het Parlement eerst alleen een raadgevende functie (via de [[Raadplegingsprocedure]]) en later de macht om wel of niet in te stemmen met een voorstel (de [[Instemmingsprocedure]]), met de medebeslissingsprocedure heeft het Parlement wetgevende macht die gelijk is aan die van de Raad: de macht om goed te keuren, te amenderen of af te keuren.
 
De medebeslissingsprocedure is ook op een ander gebied zeer kenmerkend voor de ontwikkeling van de Europese Unie, namelijk met betrekking tot het vraagstuk van supranationalisme versus federalisme. Met de medebeslissingsprocedure krijgt het Europees Parlement evenveel macht als de Raad -- niet iedere beslissing is puur een aangelegenheid van de lidstaten meer waarop de Unie "ja" of "nee" mag zeggen, de Unie als geheel krijgt via het Parlement het recht om volledig mee te praten en te beslissen. Maar de medebeslissingsprocedure geldt niet voor alle beleidsterreinen waarop de Unie werkzaam is. Daarmee houden de lidstaten in ieder geval gedeeltelijk vast aan het federalistische of intergouvernementele karakter van de Unie en dus aan het principe dat de macht uiteindelijk bij de lidstaten ligt.
 
Evenwel kan de invoering van de medebeslissingsprocedure als compromis tussen supranationalisme en federalisme succesvol genoemd worden. De voornaamste reden voor het invoeren van de procedure in [[1992]] was het komen tot een antwoord op de voortdurende klachten over het zogenaamde "democratisch tekort" van de Unie, het gebrek aan invloed van direct gekozen volksvertegnwoordigers op het beleid van de Unie. Deze klachten kwamen zowel van commentatoren uit de maatschappij als van het Parlement zelf. Hoewel de klachten uit de maatschappij niet verstomd zijn (vooral omdat de medebeslissingsprocedure niet voor alle beleidsterreinen geldt), zijn de Parlementariërs toch redelijk tevreden over de uitwerking van de nieuwe procedure. Dit laatste valt op te maken uit een gezamenlijke verklaring over het succes van de maatregel in het publicatieblad van de Unie uit [[1999]] van het Parlement, de Raad en de Commissie.