Willem Boetje: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Menke (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Menke (overleg | bijdragen)
aangevuld, literatuur, afbeeldingen
Regel 1:
[[Afbeelding:Boetje Lt Generaal.jpg||250px|thumb|Generaal Boetje]]
 
[[Luitenant-generaal]] '''Willem Boetje''' ([[Wormerveer]], [[2 april]] [[1849]] - [[Den Haag]], [[28 juli]] [[1943]]) was een Nederlands militair[[luitenant-generaal]], commandant van het [[Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger|Nederlands-Indische leger]] en onder meer [[Ridderorde (onderscheiding)|ridder]] in de [[Militaire Willems-Orde]].
 
==Loopbaan==
Hij vocht als Luitenant-Kolonel in [[Nederlands-Indië]]. Voor zijn inzet in Atjeh werd hij op 9 april 1895 beloond met de [[Militaire Willems-Orde]]. Op 24 mei 1897 volgde een [[Eresabel]] voor zijn verdiensten op Lombok.Boetje bracht het tot bevelhebber van het [[KNIL|Nederlands-Indisch Leger]].
Boetje werd in 1869 benoemd tot [[tweede luitenant]] der [[artillerie]] van het Nederlands-Indische leger en werd op 21 juli 1874 bevorderd tot [[eerste luitenant]]; hij nam in dat jaar deel aan de [[Tweede Atjehexpeditie|tweede expeditie naar Atjeh]], waarvoor hij het [[Ereteken voor Belangrijke Krijgsbedrijven]] met de gesp Atjeh 1873-1876 verwierf. Hij werd op 18 juni 1877 overgeplaatst bij het materieel als onderconstructeur bij de artillerie-constructiewinkel. Op 28 juni 1878 werd hij benoemd tot adjunct bij de afdeling Materieel van het [[Ministerie van Oorlog|Departement van Oorlog]], wat hij bleef tot zijn promotie tot [[Kapitein (rang)|kapitein]] op 31 maart 1881. Op 19 januari 1884 werd Boetje voor vijf jaar bij het Nederlandse leger gedetacheerd en ingedeeld bij het derde [[regiment]] [[Vesting (verdedigingswerk)|vesting]]artillerie. Op 6 november 1886 werd hij lid van de Commissie van Proefneming, speciaal voor het materieel van de [[Batterij (militair)|batterijen]] en op 4 januari 1889 werd hij in actieve dienst bij het Nederlands-Indische leger hersteld, maar het jaar daarop was hij terug bij het Department van Oorlog in [[Weltevreden (Batavia)|Weltevreden]], bij de derde afdeling (hoofdbureau) der artillerie. Op 7 juni volgde zijn promotie tot [[majoor]] en daarmee weer een overplaatsing. Hij was namelijk de dag daarvoor directeur der polytechnische werkplaatsen, tevens inspecteur der [[buskruit]]fabricage gemaakt; hij bleef vier jaar in deze functie, tot hij op 11 augustus 1894 benoemd werd tot commandant der veld- en bergbatterijen op [[Java (eiland)|Java]]; op 17 augustus volgde zijn bevordering tot [[luitenant-kolonel]].
[[Afbeelding:Boetje Lt Generaal2.jpg||250px|thumb|left|Boetje als luitenant]]
Het jaar 1894 was het jaar van de [[Lombok-expeditie]]. Toen majoor [[Marinus Bernardus Rost van Tonningen|Rost van Tonningen]], de commandant der artillerie op deze expeditie moest evacueren, volgde Boetje hem op 18 oktober als zodanig op. Hij nam deel aan de aanval op Tjakra Negara, die na een tweedaagse beschieting door drie batterijen op 18 november werd uitgevoerd. Gedurende dit tweede tijdvak van de expeditie droeg hij als commandant van de expeditionaire vestingartillerie er door zijn leiding toe bij, dat met de artillerie de gewenste resultaten werden verkregen, waardoor de taak der andere wapens veel werd verlicht en dienstengevolge werd hem bij Koninklijk Besluit van 9 april 1895 de Militaire Willems-Orde vierde klasse uitgereikt wegens de aan den lande bewezen diensten te [[Lombok (eiland)|Lombok]]. Twee jaar later kwam het [[Atjeh-oorlog (1896-1901)|Verraad van Toekoe Oemar]]; Boetje kwam te Atjeh in april 1896 en maakte vrijwel alle belangrijke acties onder [[generaal]] [[Johannes Wouter Stemfoort|Stemfoort]] mee als commandant der bereden artillerie. Bij Koninklijk Besluit van 24 mei 1897 werd hem de [[Eresabel]] toegekend als ''hebbende zich onderscheiden bij de krijgsverrichtingen in Atjeh in de maanden maart tot en met november 1896.'' Op 9 oktober werd hij overgeplaatst naar de derde afdeling van het Departement van Oorlog, als hoofd van het bureau der artillerie.
 
Op 27 augustus 1897 werd Boetje benoemd tot [[kolonel]] en chef der artillerie;op 25 maart 1899 werd hij bevorderd tot [[generaal-majoor]] en op 27 maart 1903 tot luitenant-generaal en opvolger van generaal [[Johan Cornelis van der Wijck|Van der Wijck]] als legercommandant benoemd, tevens hoofd van het Department van Oorlog. Hij bleef twee jaar in deze functie en werd op 5 mei 1903 op zijn verzoek eervol ontslagen onder dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten door hem aan den lande bewezen. Boetje was van 1897 tot 1902 lid der directie van het weduwen- en wezenfonds in Indië. In 1906 was de kanseliersfunctie van de beide Nederlandse ridderorden weer hersteld en zo weer in overeenstemming met de wettelijke bepalingen gebracht. Na de splitsing werd [[Viceadmiraal|vice-admiraal]] [[Frederik Jan Stokhuyzen|Stokhuyzen]] benoemd tot [[Kanselier van de Militaire Willems-Orde]], een functie die sinds 1838 met die van [[Kanselier van de Orde van de Nederlandse Leeuw]] in één hand was geweest en sinds 1849 ''[[Kanselier der Nederlandse Ridderorden]]'' werd genoemd.<BR> Boetje volgde op 1 september 1916 viceadmiraal Stokhuyzen op als Kanselier van de Militaire Willems-Orde en werd in 1918 als opvolger van [[J.H.L.F. von Franck|von Franck]] ook [[Kanselier van de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Orde van Oranje-Nassau]]. Men noemde hem al snel ''[[Kanselier van de Nederlandse Ridderorden]]'' hoewel deze term in de wet niet voorkwam. In 1918 intervenieerde Boetje toen een ontwerp-wet op de Militaire Willems-Orde gereed lag. Hij maakte bezwaar tegen een op ideeën van luitenant-generaal [[Frederik Henri Alexander Sabron|Sabron]] berustende ontwerp van wet omdat dat niet bij de Indische praktijk aansloot.Van de hervorming kwam tot in de zomer van 1940 niets. Op 9 juni 1927 werd Willem Boetje eervol ontslagen als Kanselier. Willem Boetje was [[Ridder (titel)|Ridder]] in de [[Orde van de Nederlandse Leeuw]], [[grootofficier]] in de [[Orde van Oranje-Nassau]] en drager van het [[Ereteken voor Belangrijke Krijgsbedrijven]] met de gespen Atjeh 1873-1876 en Atjeh 1896-1900 en het [[Lombokkruis]]; hij was daarnaast [[Commandeur (ridderorde)|commandeur]] in de [[Orde van de Witte Olifant]] en droeg het [[Onderscheidingsteken voor Langdurige Dienst als officier]] met het cijfer XXX. Boetje overleed op 28 juli 1943 en werd gecremeerd te [[Westerveld (begraafplaats)|Westerveld]].
In 1906 was de kanseliersfunctie van de beide Nederlandse ridderorden weer hersteld en zo weer in overeenstemming met de wettelijke bepalingen gebracht.Na de splitsing werd [[Viceadmiraal]] Stokhuyzen [[Kanselier van de Militaire Willems-Orde]], een functie die sinds 1838 met die van [[Kanselier van de Orde van de Nederlandse Leeuw]] in één hand was geweest en sinds 1849 "[[Kanselier der Nederlandse Ridderorden]]" werd genoemd.<BR>
Luitenant-generaal Boetje volgde in 1916 Viceadmiraal Stokhuyzen op als Kanselier van de Militaire Willems-Orde en werd in 1918 als opvolger van [[J.H.L.F. von Franck]] ook [[Kanselier van de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Orde van Oranje-Nassau]]. Men noemde hem aldra "[[Kanselier van de Nederlandse Ridderorden]] hoewel deze term in de wet niet voorkwam.
 
{{bron|bronvermelding=
In 1918 intervenieerde Boetje toen een ontwerp-wet op de Militaire Willems-Orde gereed lag. Hij maakte bezwaar tegen een op ideeën van Luitenant-generaal [[F.H.A. Sabron]] berustende ontwerp van wet omdat dat niet bij de Indische praktijk aansloot.Van de hervorming kwam tot in de zomer van 1940 niets.
*1940. [[George Carl Emil Köffler|Köffler]]. ''De militaire Willemsorde 1815-1940''. 's-Gravenhage
 
*1943. ''Generaal W. Boetje overleden.'' [[Het Vaderland]]. (29-07-1943)
Op 9 juni 1927 werd Willem Boetje eervol ontslagen als Kanselier.
[http://www.atchin.nl/Atchin/Militairen/Militairen.html Portretten van Boetje]
 
}}
Willem Boetje was [[Ridder (titel)|Ridder]] in de [[Orde van de Nederlandse Leeuw]], [[Grootofficier]] in de [[Orde van Oranje-Nassau]] en drager van het [[Ereteken voor Belangrijke Krijgsbedrijven]] en het [[Lombokkruis]].
 
{{StartOpvolging}}
Regel 27 ⟶ 29:
| vorige = [[Johan Cornelis van der Wijck|J.C. van der Wijck]]
| volgende = [[Johan Cornelis van der Wijck|J.C. van der Wijck]]
 
}}
{{EindOpvolging}}
 
{{DEFAULTSORT:Boetje, Willem}}
[[Categorie:Nederlands militair|Boetjegeneraal]]
[[Categorie:Atjeh-oorlog]]
[[Categorie:Ridder in de Militaire Willems-Orde]]
[[Categorie:Eresabel]]