Montagnards (Frankrijk): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
T. Tichelaar (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
T. Tichelaar (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 8:
De betekenis van de naam "Montagnards" heeft te maken met hun plaats in de vergaderzaal op verhoogde banken, als het ware tegen de helling van een berg ('montagne'). De term Montagnards werd pas in 1793 algemeen. In de Nederlandstalige literatuur of vertaling worden Montagnards ook wel de 'Bergpartij' genoemd.
 
De Montagnards waren afkomstig uit de clubs van de [[Jacobijnen]] of [[Cordeliers]]. [[Maximilien de Robespierre|Robespierre]], [[Georges Danton]], [[Jean-Paul Marat]], [[Lazare Carnot]], [[Paul Barras]], [[Joseph Fouché]], [[Charles Delacroix]] en [[Jacques-René Hébert]] behoorden tot de belangrijkste woordvoerders. Hun tegenstanders waren de [[Girondijnen]] die de rijke, liberale burgerij vertegenwoordigden. Zij verzetten zich onder leiding van [[Jacques Pierre Brissot]] tegen de radicale en overmatige invloed van de [[Commune van Parijs (1792)|Commune van Parijs]]. De 'derde partij', een wisselende en grote groep [[Republikeinen]], zat in de zaal, (de 'plaine' of de 'marais').
 
De Montagnards vertegenwoordigden de [[Sansculotten]] van Parijs, de winkeliers, de handwerk- en ambachtslieden. Om hun steun te winnen bouwden de Montagnards een economische organisatie op, die kan worden gekenmerkt door inbeslagname, reglementering en nationalisering.{{feit}}<!--<ref>Soboul, A. (1979) De Franse Revolutie I, p. 223?</ref> -->
 
==Geschiedenis==
Regel 17:
In februari 1793, na de executie van de koning, werd een nieuwe constitutie ingediend, de [[Franse Grondwet van 1793]]. Vier maanden later waren nog maar zes van de 350 artikelen behandeld.{{feit}}
 
Op 10 maart begon de [[Opstand in de Vendee]]. Na het verraad van [[Dumouriez]] was het gedaan met de grootste partij, de Girondijnen. Alom heerste chaos: militaire nederlagen, aristocratische contra-revolutie, economische crisis, en burgeroorlog vroegenzouden vragen om daadkracht en een oplossing. Op 10 maart werd een revolutionaire rechtbank ingesteld. Op 18 maart 1793 werd de doodstraf geëist voor iedere voorstander van de agrarische wet. <!--Op 1 april beschuldigde Danton de Girondijnen van verraad; Robespierre op 11 april. De strijd laaide op. --> Op 6 april werd het beruchte [[Comité de salut public (Frankrijk)|Comité de Salut Public]] opgericht om tegenstanders zo snel mogelijk gevangen te nemen en te veroordelen; de macht kwam zoveel mogelijk in Parijs te liggen. Al snel werden allerlei maatregelen genomen om de koopkracht en het welzijn van de ontevreden massa te verbeteren. Op 11 april werd een vast koers voor de [[assignaten]] ingesteld. Op 13 april werd Marat beschuldigd, maar moest elf dagen later worden vrijgelaten.
 
Op 24 april hield Robespierre een rede over de nieuwe [[Verklaring van de rechten van de mens en de burger]]. Maximumprijzen voor graan en meel op 4 mei moest hun positie verlichten. Op 20 mei werd een gedwongen lening bij vermogende Fransen voorgesteld.
Regel 23:
De Girondijnen begonnen een tegenaanval en Hébert werd op 24 mei gevangen gezet. Robespierre riep twee dagen later het volk op tot verzet. Op 29 mei werd het gemeentebestuur van Lyon, bestaande uit Montagnards, afgezet. Op 31 mei luidden de alarmklokken in Parijs en klonken er schoten. Op 2 juni werden de Girondijnen op advies van [[Georges Couthon]] uit de Conventie gezet.
 
De devaluatie van de [[assignaat]] maakte de levensmiddelencrisis nog ernstiger. De [[inflatie]] woekerde voort en versterkte de prijsstijgingen. Op 10 juni werd machtiging verleend tot gratis verdeling van gemeenschapsgronden onder de bevolking. Door federalistische opstanden in de provincie, uitgeroepen in Lyon, Marseille, Caen en Bordeaux, ontstond er een vleesschaarste in Parijs; eind juni brak een zeepoproer uit dat drie dagen duurde.
 
In juli beleefde de crisis een dieptepunt. Marat werd vermoord en Danton en enkele gematigde medestanders in het comité van algemeen welzijn werden vervangen door [[Louis Antoine Saint-Just|Saint-Just]] en Couthon. Aan het einde van de maand nam Robespierre zelf zitting. De twaalf man van het comité hadden nu bijna alles voor het zeggen. De gematigden stelden in augustus nieuwe verkiezingen voor in de hoop de Montagnards te verslaan. De Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger was intussen aangenomen, maar de invoering is vanwege de crisis uitgesteld. Rondom Toulon en Marseille werd hard gevochten tegen royalisten.
 
Eind augustus werden alle compagnieën en [[naamloze vennootschap]]pen opgeheven. De graanvoorziening schoot tekort en op 4 september kwam de volkswoede tot een uitbarsting. De volgende dag werd het [[Schrikbewind]] ingesteld. Pas eind september werden algemene maximumprijzen vastgesteld. De zwarte markt breidde zich sterk uit.