Par (golf): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
Op de meerderheid van de [[Golf (sport)|golfbanen]] hebben de [[hole (golf)|holes]] een par van drie, vier of vijf, meestal onderverdeeld naar vier par-3-, vier par-5-, en tien par-4-[[hole (golf)|holes]], waarmee het totaal op 72 komt. Wie een par-4 in vijf slagen speelt, komt daarmee op +1, wie het in drie doet juist op -1. Door al die scores bij elkaar op te tellen kom je na het spelen van 9 of 18 holes op een eindscore. Negatieve scores zijn dus juist een teken dat het erg goed ging. Een professional hoort gemiddeld op nul uit te komen en dat geldt ook voor de speler met een [[Handicap (golf)|handicap]] na optelling van die handicap.
 
Voor amateurs worden de par-scores gebruikt voor het berekenen van de handicap. Hiermee wordt aangegeven hoeveel slagen je normaal gesproken méér nodig hebt dan "de gemiddelde professional" om de hele baan te spelen. Als je handicap bijvoorbeeld 18 is, mag je gemiddeld op elke hole één slag meer gebruiken. Omdat de handicap bij de totaalscore wordt opgeteld isheeft een handicap voor een amateurgolfer doorgaans negatiefeen negatieve waarde en is een zogenaamde 'plushandicap' een teken dat de amateur in kwestie een hele goede speler is en het niveua op de professionele golftours aan het benaderen is.
 
Bij een baan van 9 holes wordt de par van de baan uitgedrukt alsof het een 18 holebaan is. Daarbij worden de holes dan twee keer gespeeld. Omdat sommige 9 holesbanen soms twee verschillende [[tee (golf)|tees]] hebben voor dezelfde hole kan het voorkomen dat de par bij een dergelijke baan toch een oneven getal is.