Stadsvrijheid van Utrecht: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Geschiedenis: komma weg
Regel 15:
De oudste plattegrond van Utrecht werd in 1541 door de schilder/ [[Landmeetkunde|landmeter]] Evert van Schayck geschilderd op een circa 1,5 x 1,5 meter groot paneel.<ref>De plattegrond in olieverf van Evert van Schayck bevindt zich in de collectie van het [[Centraal Museum]] onder inv.nr. 2477. Meer info over dit schilderij staat in [http://www.centraalmuseum.nl/ContentFiles/19_Schayck.pdf deze biografie over Evert van Schayck] van het museum.</ref> Hij deed dat in opdracht van de Utrechtse vroedschap. Het doel was om de grenzen van de stadsvrijheid nader vast te leggen naar een in 1539 genomen besluit van de [[landvoogd]]es [[Maria van Hongarije (1505-1558)|Maria van Hongarije]] in een conflict tussen het stadsbestuur en de vertegenwoordiger van het [[Karel V van het Heilige Roomse Rijk|keizerlijk recht]], graaf [[Filips van Lalaing (1510-1555)|Filips van Lalaing]]. In de claim wie het gezag droeg over dit gebied, besliste de landvoogdes ten gunste van de stad.<ref>Dat conflict zou desondanks nog meer dan 10 jaar voortduren.</ref>
 
In 1816 kwam het tot een opheffing van de stadsvrijheid met daarin 16 buitengerechten. De voormalige buitengerechten werden daarinvervolgens, op een enkele uitzondering na, heringedeeld onder de vier zelfstandige plattelandsgemeentes [[Abstede]], Catharijne, [[Lauwerecht]] en [[Tolsteeg]]. Reeds in 1823 werd de zelfstandigheid weer vrijwel geheel ongedaan gemaakt. Omstreeks halverwege de 20e eeuw kwamen de gemeentegrenzen van Utrecht vrijwelnagenoeg overeen met die van de stad met stadsvrijheid. Daarna volgden [[gemeentelijke herindeling in Nederland|annexaties]] die het Utrechtse grondgebied fors hebben vergroot zoals een deel van [[Zuilen (gemeente)|Zuilen]] in 1954 en [[Vleuten-De Meern (gemeente)|Vleuten-De Meern]] in 2001.
 
Een aantal namen van de buitengerechten is vandaag de dag overgebleven onder meer als buurtnaam.