Antonio Montesino: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
ChrisN (overleg | bijdragen)
Cat
Geen bewerkingssamenvatting
Label: Misbruikfilter: Experimenteren
Regel 18:
Vertrek van Pedro de Córdoba en gezellen naar Hispañiola. Pedro de Córdoba werd belast met de formatie van een groep, met daarin Antonio Montesino, Bernardo de Santo Domingo, Tomás de Fuentes en Domingo Velázquez. Zij zeilden in 1510 naar Hispañiola met een aantal andere religieuzen. In september1510 kwamen ze behouden op Hispañiola aan. De groep Dominicanen zette met elkaar een vrij rigoureus kloosterleven door, maar kwamen er al gauw achter dat de autochtone bevolking, de Indianen, door Spaanse bezitters van ‘wingebieden’ werden uitgebuit als werkkrachten.
 
=== 1511: Aankomst van Slaven uit Afrika. De protestpreek. ===
Omdat veel Indianen als werkkrachten waren omgekomen, trokken de Spanjaarden slaven aan uit West-Afrika die in 1511 aankwamen om als slaven te werken op de suikerriet– en koffieplantages. 1511, 21 december.
 
De Dominicanen namen goed kennis van de situatie en constateerden misstanden. Samen stelden ze een protesttoespraak op, die allen ondertekenden. Namens hen preekte Antonio Montesino, op 21 december 1511, de vierde zondag van de [[Advent]], over de tekst in het [[Evangelie van Johannes]] (Joh 1,23) waarin [[Johannes de Doper]] de woorden uitriep: 'Ego sum vox clamantis in deserto.' Ik ben een stem die roept in de woestijn: ”Maak recht de weg van de Heer”.’
 
=== De protestpreek. ===
Hier volgt deze preek in vertaling van Jozef de Vlaam, O.P.:
 
{{citaat|Ik, de stem, roepende in de woestijn, omheb julliehier bekendde tepreekstoel geven,beklommen hebom hierjullie deiets preekstoelte beklommenzeggen. Ik die ben de stem van Christus in de woestijn van dit eiland; en daarom is het passend dat jullie met aandacht, niet half slapend, maar met heel jullie hart en al jullie zintuigen, ernaar luistert. Deze preek zal zijn de meest nieuwe die jullie nooitooit gehoord hebben, de meest scherpe en strenge en meest vreselijke en gevaarlijke die jullie nooitooit gedacht hadden te horen. Deze stem zegt, dat jullie allen in doodzonde verkeertverkeren, en jullie daarin leven en sterven, vanwege de wreedheid en het geweld dat jullie gebruiken tegen deze onschuldige mensen (de Indianen).
 
Zeg mij: met welk recht en met wat voor soort rechtvaardigheid houden jullie deze Indiërs in zo’n wrede en verschrikkelijke slavernij? Met welk gezag hebben jullie zulke afschuwelijke oorlogen aan deze mensen verklaard, mensen die zich bevonden in hun vriendelijke en vredelievende gewesten, waar Julie zo oneindig velen van hen, met dood en nooit gehoorde vernielingen hebt verwoest? Hoe houden jullie hen zo onderdrukt en vermoeid zonder hen eten te geven noch hen van hun ziektes te genezen: ziekten die zij oplopen vanwege de buitensporige werkzaamheden die jullie hen opdraagt, en ze sterven; beter gezegd: jullie die hen doodt om iedere dag goud weg te halen en te bemachtigen?
 
En wat voor zorg hebben jullie dat iemand hen onderricht, opdat ze hun God en Schepper kennen, gedoopt worden, mis horen, de feest- en zondagen onderhouden? Deze, zijn dat soms geen mensen?
Hebben zij geen redelijke zielen? Zijn jullie niet verplicht om hen lief te hebben als jullie zelf? Dat begrijpenBegrijpen jullie dat niet? Voelen jullie dat niet aan? HoeBevinden staanjullieje jullieniet in slaapzo'n diepe, enzo'n inverdovende een geweldig diepe lethargische onverschilligheidslaap? Wees er zeker van, dat jullie in de situatie waarin jullie verkeren niet beter gered klunen worden dan de Moren en de Turken, die het geloof in Jezus Christus’ missen en niet willen.}}
 
Spanjaarden die een [[wingewest]] hadden met slaven als arbeiders en andere kolonisten reageerden heftig.