Abdij van Ochsenhausen: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 9:
* De graaf van [[Metternich (geslacht)|Metternich]] krijgt de ambten Ochsenhausen, Ummendorf en Obersulmetingen als schadeloosstelling voor het verlies van [[rijksheerlijkheden Winneburg en Beilstein|Winneburg en Beilstein]]. (Op 30 juni 1803 wordt de heerlijkheid Ochsenhausen verheven tot rijksvorstendom; in 1805 werd Obersulmetingen verkocht aan de vorsten van Thurn und Taxis).
* De graaf van [[Schaesberg]] krijgt het ambt [[heerlijkheid Tannheim|Tannheim]] (uitgezonderd het dorp Winterrieden) als schadeloosstelling voor het verlies van [[rijksgraafschap Kerpen en Lommersum|Kerpen en Lommersum]].
* De graaf van [[Sinzendorf]] krijgt het dorp Winterrieden als schadeloosstelling voor het verlies van [[burggraafschap Rheineck|Rheineck]] onder de titel [[burggraafschap Winterrieden]].
In artikel 24 van de [[Rijnbondakte]] van 12 juli 1806 worden het graafschap Ochsenhausen en de heerlijkheid Tannheim onder de soevereiniteit van het [[koninkrijk Württemberg]] en het burggraafschap Winterrrieden onder de soevereiniteit van het [[koninkrijk Beieren]] gesteld: de [[mediatisering]].
| |||