Res gestae divi Augusti: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kleuske (overleg | bijdragen)
Het omvat nog steeds. Gelukkig.
Thijs!bot (overleg | bijdragen)
k Botgeholpen oplossing voor doorverwijzing: Herculaneum - Verwijzing(en) gewijzigd naar Herculaneum (Napels)
Regel 29:
De ''Res Gestae'' zijn geschreven aan het eind van de regeerperiode van [[Imperator Caesar Augustus|Augustus]] en hebben duidelijk een politieke bedoeling. Want hoewel de positie van Augustus vrijwel onaantastbaar was, was die van zijn opvolger, [[Tiberius Claudius Nero (zoon)|Tiberius]] dat beslist niet. Bekend zijn onder andere de sarcasmen van [[Gaius Asinius Gallus|Asinius Gallus]] in de Senaat. Het document is dan ook beslist niet vrij van wat wij tegenwoordig politieke ''spin'' noemen. Zo schrijft hij, bijvoorbeeld, dat hij heel [[Germanië|Germania]] tot aan de [[Elbe]] heeft onderworpen en de volkeren daar met vriendschapsverdragen aan zich heeft verbonden, en gaat er prat op verloren gegane standaarden te hebben terugveroverd, maar over de [[Slag bij het Teutoburgerwoud|ondergang]] van [[Publius Quinctilius Varus]] zwijgt hij als het graf.
 
Kort na de dood van Augustus zien we overal in het Romeinse Rijk een Augustus-cultus opduiken, niet alleen in de provincie, maar ook in bijvoorbeeld [[Herculaneum (Napels)|Herculaneum]], waar de cultusruimte, met zijn schitterende wandschilderingen bewaard is gebleven. De Res Gestae lijkt vooral geschreven te zijn met het doel deze cultus te onderbouwen.
 
Over het waarom kunnen we kort zijn. In de inleiding van het document wordt verhaald hoe hij op 19-jarige leeftijd een leger ronselde en strijd leverde om de staat van de willekeur van een politieke partij te bevrijden. De herinnering aan de verschrikkingen van de burgeroorlog en de corruptie en het machtsmisbruik van de late republiek hebben Augustus ervan overtuigd dat alleen een verlicht despoot, zoals dat later heette, de ''Res Publica'' in goede banen kon leiden. Zijn opvolger zou, als hij niet op de een of andere manier een goddelijk mandaat krijgt, zeer zwak zijn en een nieuwe burgeroorlog bijna onvermijdelijk. Door zichzelf (postuum) als godheid te presenteren, verleent hij Tiberius het goddelijk aureool dat deze nodig heeft om zichzelf als onbetwist alleenheerser te kunnen handhaven.