Wouter van Twiller: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Twillert02 (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Twillert02 (overleg | bijdragen)
Regel 6:
 
==Biografie==
[[Wouter Van Twiller[[Walter the Doubter]] werd geboren te [[Nijkerk]] als zoon van Ryckert Wolters van Twiller en Marietgen Hendricks van Rensselaer. Hij was een [[Klerk (beroep)|klerk]] van de [[West-Indische Compagnie]] (WIC). Door toedoen van zijn oom [[Kiliaen van Rensselaer]], [[patroon (bestuurder)|patroon]], grootaandeelhouder en bewindhebber die deel uitmaakte van de [[heren XIX]] werd hij in [[1633]] op 27-jarige leeftijd tot directeur van Nieuw-Nederland benoemd, als opvolger van [[Bastiaen Jansz. Krol]] of [[Peter Minuit|Pierre Minuit]]. Van Twiller vertrok met het schip ''Soutberg'' naar de [[Nieuwe Wereld]], met in zijn gevolg 104 musketiers en 52 mariniers en een meestermetselaar <ref>Rink, O.A. (1986) Holland on the Hudson. An economic and social history of Dutch New York, p. 118, 129.</ref>
 
De onervaren maar gedreven Van Twiller raakte al snel na zijn aankomst in conflict met de predikant, Everardus Bogardus en met de [[fiscaal]], Lubbert van Dincklagen over de manier waarop de kolonie bestuurd moest worden en wie de dienst uitmaakte. Jacob J. Eelckens, een Nederlandse schipper in dienst van de Engelsen daagde hem uit door onder Engelse vlag de Hudson op te varen hetgeen van Twiller op een eigenaardige manier verhinderde, namelijk door op de oever van de rivier een vat wijn aan te slaan en iedereen verplichtte te drinken op de gezondheid van de Hollandse stadhouder. [[David Pietersz. de Vries]] laakte zijn gebrek aan ervaring en leiderschap. De Vries uitte zijn mening in een nogal ongunstig verslag in zijn ''Korte Historiael'', dat in 1655 verscheen, en dat Van Twillers reputatie sindsdien bepaald heeft. Ten onrechte want Van Twillers verzet tegen de Engelse pogingen om de [[Connecticut (rivier)]] en de [[Delaware (rivier)]] over te nemen was zo sterk als de kracht van Nieuw-Nederland op dat moment hem toestond. Door de politieke situatie in het moederland met betrekking tot de relatie met de koning van Engeland stond hem niet toe vijandelijkheden tegende Engelse piononiers te beginnen. Van Twiller wist zich zelf goed te verrijken met landerijen en bezittingen, alleen de belangen van de WIC nam hij goed op zich, geen wonder dus dat zij hem niet veel in de weg legden en hem vrije hand gaven.