De Oekraïense autoriteiten hebben onder andere de de ''[[Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa]]'' (OVSE, Engels:[[w:en:Organization for Security and Co-operation in Europe|OSCE]]) verzocht om de verkiezingen waar te nemen. Het ''Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten'' (ODIHR) van de OVSE heeft op 4 januari 2006 de resultaten gepubliceerd van een missie die in december 2005 heeft onderzocht hoe een waarnemeningsmissie het beste aansluit op de behoefte{{ref|osce1}}. Op 25 januari 2006 is een team van twaalf personen onder leiding van Ambassadeur Lubomir Kopaj van [[Slowakije]] de Lange Termijnmissie begonnen. Deze missie wordt tot de verkiezingen opgebouwd tot een bezetting van 60 internationale lange-termijnwaarnemers (LTO's). Daarnaast heeft de OVSE aangegeven nog 600 internationale korte-termijnwaarnemers (STO's) nodig te hebben. In totaal 21 lidstaten van de OVSE hebben waarnemers toegezegd. Minister [[Ben Bot|Bot]] van [[Ministerie van Buitenlandse Zaken (Nederland)|Buitenlandse Zaken]] heeft de [[Tweede Kamer der Staten-Generaal|Tweede Kamer]] op 18 januari 2006 in de ''Kamerbrief over overzicht mogelijke verkiezingswaarnemingen in 2006'' gemeld dat ook Nederland het voornemen heeft deel te nemen aan de missie.
Naast de 12-koppige Lange Termijnmissie van de OVSE heeft de Centrale Kiescommissie op 27 januari 2006 nog 69 andere waarnemers toegelaten. Het ''Ukrainian Congress Committee of America'' (UCCA) heeft 60 waarnemers in Oekraïne gestationeerd. Daarnaast hebben ''The International Republican Institute'' en de beide uit Moskou afkomstige ''Internationale Assemblee voor de Bescherming van Mensenrechten'' en de ''Organisatie voor Verkiezingswaarneming in de landen van het GOS'' elk een afvaardiging van 3 personen.
