Persoonsbewijs: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Jarii94 (overleg | bijdragen)
k Wijzigingen door 213.148.253.52 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Heureka
Trommelrem (overleg | bijdragen)
"goede" weggehaald, omdat "goede" impliceert dat mensen die niet voor het verzet werkten geen goede Nederlanders waren
Regel 5:
 
Het persoonsbewijs was ontwikkeld door de Nederlandse ambtenaar [[Jacobus Lambertus Lentz]]. In samenwerking met de Duitse bezetter wist Lentz een document te ontwikkelen dat het beste persoonsbewijs van Europa genoemd kon worden. Het is het Nederlandse verzet eigenlijk nooit gelukt om dit persoonsbewijs goed te vervalsen en na te maken. Dit had mede te maken met de inktsoort die voor het PB werd gebruikt: onder een [[kwarts]]lamp werd de inkt onzichtbaar. Ook reageerde het karton van het PB met [[aceton]], waardoor veranderingen in de geschreven tekst direct opvielen. Om het kopiëren moeilijker te maken werd bovendien een schaduwbestand van het PB bijgehouden, zodat vervalste nummers zouden opvallen (deze nummers staan geheel bovenaan het PB). Verder was het niet mogelijk om de pasfoto in het PB te verwijderen. Hierdoor werd een doorzichtige zegel aan de achterkant verbroken, waarop een vingerafdruk stond. De lijm van de zegel was buitengewoon moeilijk te verbreken, zonder dat de zegel ook verbrak. De vingerafdruk op de achterkant van de pasfoto moest weer overeenkomen met de vingerafdruk aan de linkerkant. Vervalsingen met een pasfoto waren daarom vrijwel uitgesloten.
Wilde men een perfecte vervalsing maken, dan moesten de corresponderende nummers in het PB overeenkomen met de nummers in een archief dat in [[Huize Kleykamp]] in Den Haag werd bewaard. Dit archief werd door de Duitsers vaak geraadpleegd. Op verzoek van het Nederlandse verzet werd dit archief op 11 april 1944 om 15:00 uur gebombardeerd door de geallieerden. Het ambtelijk personeel was nog aan het werk toen het bombardement begon. Er vielen 59 doden, waaronder ook een aantal goede Nederlanders die aan het verzet hand-en-spandiensten verleenden.
 
Dit bewijs verschafte de Duitse bezetter een krachtig administratief middel voor zijn onderdrukkingspolitiek. [[Loe de Jong]] typeert het persoonsbewijs als "een onmisbaar hulpmiddel voor het vervolgingsbeleid van de Duitse bezetter" ''(Koninkrijk, deel 5, pag. 434)''.