Amateur: verschil tussen versies

Het woord liefhebber wordt in de Nederlandse geschiedenis onder andere gebruikt binnen de [[Nederduits Gereformeerde Kerk (later Nederlandse Hervormde Kerk)|Nederduits Gereformeerde Kerk]] (Gereformeerde Kerk) in de 16e en 17e eeuw voor mensen die geen 'lidmaat' (lid van een kerkelijke gemeente) waren, maar alleen toehoorder. Zij mochten als niet-overtuigde calvinisten geen deelniet nemendeelnemen aan het [[avondmaal]] en stonden niet onder de [[kerkelijke tucht]] (die geldt binnen de calvinistische leer), maar gingen als 'betrokken' sympatisanten wel naar de kerk omdat ze het geloof en de kerk wel een warm hart toedroegen. Er waren meer liefhebbers alsdan lidmaten in de [[Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden]].