Raad van Indië: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
T. Tichelaar (overleg | bijdragen)
Regel 10:
In de loop van de [[17e eeuw]] en tot aan de opheffing van de [[Vereenigde Oostindische Compagnie|VOC]] verwierf de Raad steeds meer bestuurlijke en ook wetgevende taken. Zij waren het middelpunt en de drijfveer, volgens [[Jacobus Canter Visscher]] in de 18e eeuw.
 
In de [[Koninkrijk Holland|Franse tijd]], (1795-1813) en na het faillissement en de opheffing van de VOC (17981796, resp. 1800), werd de positie van de Raad minder duidelijk. De GGambtenaren waswasren nu direct in dienst van de staat (eerst van de [[Bataafse Republiek]] en daarna van het [[Koninkrijk Holland]]). enDe werdGG was niet meer een soort onderkoning, maar uitvoerder van de opdrachten die hem door de regering werden gegeven.
 
Na de stichting van het [[Verenigd Koninkrijk der Nederlanden]] werd de macht van de Raad van Indië verder ingeperkt. Vanaf [[1818]] verloor zij vrijwel al haar [[uitvoerende macht|bestuurlijke]] en [[wetgevende macht|wetgevende taken]] en was alleen nog een onafhankelijk adviesorgaan van de GG. Bij de bestuurshervormingen van [[1836]] veranderde de naam van de Raad in 'Raad van Nederlandsch-Indië'. Deze Raad had vier leden en een vicepresident, enkel een adviserende functie en vergaderde een keer per week in [[Weltevreden (Batavia)|Weltevreden]].
 
Nadat in 1918 de gekozen [[Volksraad (Nederlands-Indië)|Volksraad]] was opgericht verloor de Raad alle wetgevende macht. Vanaf 1926 konden ook 'inheemsen' (Indonesiërs) in de Raad benoemd worden. Toen [[Nederlands-Indië]] in februari en maart 1942 bij de [[Japanse bezetting van Indonesië]] overrompeld werd, trad de Raad buiten functie en is na de aftocht van de [[Japan]]ners in [[1945]] niet weer opgericht.