Brits-Indisch leger: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
DennisPeetersBot (overleg | bijdragen)
k →‎Overlopers: typo(s), replaced: gevangen genomen → gevangengenomen (2) met AWB
Advance (overleg | bijdragen)
clean up, replaced: eenderde → een derde met AWB
Regel 2:
Het '''Brits-Indische leger''' was de krijgsmacht van [[Brits-Indië]] tot de opdeling van het land in 1947. Het leger werd meestal aangeduid met de naam '''Indian Army'''. Het leger vervulde op verschillende momenten een belangrijke rol, niet alleen in India zelf, maar ook daarbuiten, met name tijdens de [[Eerste Wereldoorlog]] en [[Tweede Wereldoorlog]]. In Brits-Indië was het leger verantwoordelijk voor de verdediging van het [[Groot-Brittannië|Britse]] grondgebied, maar ook van vorstendommen die onder de [[Engeland|Engelse]] protectie vielen.
 
Het Brits-Indische leger werd in 1895 gevormd uit drie bestaande legers, namelijk de [[Bengal Army]], de [[Madras Army]] en de [[ Bombay Army]]. Deze legers waren in de 18e en 19e eeuw in het leven geroepen door de [[Britse Oost-Indische Compagnie]], maar vielen vanaf 1857 na de muiterij op Muiterij van Sepoy direct onder het bewind van de Britse kroon. De Indian Army moet niet verward woorden met de ''Army of India''. De Army van India bestond uit twee onderdelen, namelijk de Indian Army, bestaande uit soldaten afkomstig uit India, en uit de ''British Army in India'', dat vooral bestond uit militairen geboren in het [[Verenigd Koninkrijk]] en direct onderdeel uitmaakte van het [[British Armed Forces|Britse leger]].
 
==Voorlopers==
Regel 10:
* [[Derde Anglo-Burmese Oorlog]] (1885-1886)
* [[Eerste Anglo-Sikh Oorlog]] (1845-1846)
* [[Tweede Anglo-Sikh Oorlog]] (1848-1849)
* [[Eerste Anglo-Afghaanse Oorlog]] (1839-1842)
* [[Tweede Anglo-Afghaanse Oorlog]] (1878-1881)
Regel 18:
 
==Organisatie==
Het leger van de Oost-Indische Compagnie werd vooral gevormd door [[Islam|moslims]] die afkomstig waren uit de deelstaat [[Bengalen (deelstaat)|Bengalen]] en hindoes van de hogere [[Kastenstelsel|kasten]] uit [[Awadh]], een regio in de provincie Uttar Pradesh. In 1857 sloot een groot deel van deze troepen zich aan bij de opstand met als doel de [[Mogoelrijk|Mogoelkeizer]] [[Bahadur Shah II]] aan het bewind te krijgen. Hun deelname aan de opstand was deels een gevolg van de slechte behandeling die zij kregen van de Britse officieren. Na de opstand werden de troepen van het leger geworven uit verschillende etnische groepen, met name de [[Rajputs]], [[Sikh|Sikhs]]s, [[Gurkha|Gurkhas]]s, [[Pathanen|Pashtuns]], [[Garhwalis]], [[Mohyals]], [[Dogras]], [[Jats]] en de [[Balochis]].
 
Het hoofd van het leger was de [[Commander-in-Chief van India]], die direct viel onder [[Gouverneur-Generaal van India]]. Hoge posities in het Indian Army brachten minder prestige met zich mee dan een hoge positie in het Britse leger, maar ze werden wel aanzienlijk beter betaald. Britse officieren in het Indian Army werden geacht te taal te (leren) spreken van hun manschappen, in de meeste gevallen [[Hindi]]. De belangrijkste taak van het leger was om de Noordwestgrens te verdedigen in het geval van een aanval van [[Rusland]] via [[Afghanistan]], de binnenlandse veiligheid waarborgen en deelnemen aan expeditielegers in de regio rond de [[Indische Oceaan|Indische oceaan]].
Regel 28:
==Eerste Wereldoorlog==
[[File:IndianArmyMGCrewFlanders1914-15.jpg|thumb|300px|Twee Indiërs achter een Benet-Mercie-machine geweer in [[Vlaanderen]] (1914-1915)]]
In 1914, voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, had het leger een omvang van 155.000 manschappen. Een negende divisie was inmiddels al wel gevormd. Aan het einde van de oorlog was het leger gegroeid tot 573.000 manschappen. Een legerdivisie bestond uit drie brigades, bestaande uit vier bataljons. Drie van deze bataljons waren gevuld met Indiërs, en het vierde met Britten. Een bataljon bestond vaak uit soldaten van één etnische groep, maar de verschillende bataljons binnen een divisie bestonden weer uit verschillende etnische groepen. Het Brits-Indische leger had de beschikking over slechts een paar [[Artillerie|artillerieafdelingenartillerie]]afdelingen Er waren wel verschillende [[Genie (legereenheid)|genieafdelingen]].
 
Voor de oorlog had de Indische regering besloten dat er twee [[Infanterie|infanteriedivisiesinfanterie]]divisies en één [[Cavalerie|cavalerie-brigade]] konden worden geleverd in het geval van een [[Europa (werelddeel)|Europese]] oorlog. Uiteindelijk werden er vier divisies gestuurd, die samen het ''Indian Corps'' en het ''Indian Cavalry Corps'' vormden. In totaal zouden meer dan 140.000 manschappen dienen aan het [[Westfront (Eerste Wereldoorlog)|Westfront]] in [[Frankrijk]] en [[België]], waarvan 90.000 daadwerkelijk betrokken waren bij de gevechten. De andere 50.000 manschappen hadden ondersteunende functies. De Indische regering vond dat het sturen van meer troepen uiteindelijk te grote gevolgen zou hebben voor de binnenlandse veiligheid. De verschillende [[Vorstenlanden van Brits-Indië|vorstendommen]] leverden ook troepen, in totaal 21.000. Zij vochten mee onder de naam ''Imperial Service'' en waren vooral actief in de campagne waarbij de [[Sinaï (schiereiland)|Sinaï]] en [[Palestina]] werden veroverd.
 
In het begin van de oorlog sneuvelden veel Britse officieren. Dit had gevolgen voor het functioneren van het leger, want Britse officieren die de taal spraken, de gewoonten en [[psychologie]] van de Indiërs kende, konden niet makkelijk vervangen worden. Daarnaast had de vreemde westerse omgeving een negatieve invloed op sommige soldaten. Door de verliezen moest het leger zich in 1915 terug trekken van het front. Het Indian Corps werd in 1915 verscheept naar het [[Midden-Oosten]] en vocht daar voornamelijk tegen de [[Turkije|Turken]].
Regel 67:
 
===Overlopers===
De [[Duitsland|Duitsers]] en [[Japan|Japanners]]ners waren relatief succesvol met het werven van strijdkrachten onder de Indische [[Krijgsgevangene|krijgsgevangenenkrijgsgevangene]]n. Zij vormden samen het ''Tiger Legion'' en de [[Indian National Army]]. Dit werd geleid door de Indische nationalistische leider [[Subhash Chandra Bose]]. Bij de Slag om Malaya en de Slag om Singapore werden 55.000 Indiërs krijgsgevangengenomen. Dertigduizend van hen maakte de overstap naar het Indian National Army en vochten tegen de Britten in de Burma-campagne. Andere waren bewaker in kampen voor krijgsgevangenen. Andere gevangengenomen Indiërs die weigerden voor de Japanners te vechten werden naar [[Nieuw-Guinea]] verscheept en moesten daar dwangarbeid verrichten. Ongeveer zesduizend van hen overleefden dit en werden in de periode van 1943 tot 1945 bevrijd door [[Australië (land)|Australische]] en [[Verenigde Staten|Amerikaanse]] strijdkrachten.
 
==Deling van Brits-Indië==
Met de [[Deling van Brits-Indië|opdeling van Brits-Indië]] in 1947 hield ook het Brits-Indische leger op te bestaan. De middelen, de eenheden, het personeel en het wapentuig werd verdeel tussen India en het [[Dominion van Pakistan]]. Tweederde daarvan ging naar India en eenderdeeen derde naar Pakistan. Vier [[Gurkhabrigade|Gurkharegimenten]], het 2e, 6e, 7e en 10e ''Gurkha Rifles'' regiment, voegden zich bij het Britse leger op 1 januari 1948. Zij vormden de Gurkhabrigade en werden op [[Malakka (schiereiland)|Malakka]] (het schiereiland van [[Maleisië]]) gestationeerd. Zes Gurkha regimenten traden toe tot het leger van India. Het 1e bataljon van [[Somerset Light Infantry]] verliet op 28 februari 1848 als laatste onderdeel van het Britse leger India. Veel van moslims die deel uitmaakten van het Brits-Indische leger voegden zich bij het leger van Pakistan. Honderden Britse officieren diende door een gebrek aan leidinggeven nog tot in de jaren vijftig in het leger van Pakistan. Kort na de opdeling stonden voormalige eenheden van het Brits-Indische leger al tegenover elkaar tijdens de [[Eerste Kasjmiroorlog]].
 
Veel van de gebruiken en tradities van het Brits-Indische leger werden voortgezet in het [[leger van Pakistan]], het [[leger van India]], en in een later stadium, het [[leger van Bangladesh]].