Gottfried Wilhelm Leibniz: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 7:
== Biografie ==
=== Jeugd en studiejaren ===
Hij werd geboren in Leipzig. Zijn vader, Friedrich Leibnutz, was verbonden aan de filosofiefaculteit van de universiteit van Leipzig. Leibniz, die zijn naam veranderde, was nog maar zes toen zijn vader overleed. Maar op die leeftijd had de jonge Gottfried al een passie ontwikkeld voor lezen en studeren. Hij leerde [[Latijn]] en bestudeerde zijn vaders bibliotheek, die vol stond met Latijnsetuinstoelen klassiekers,en filosofische enfilosofisch religieuze werken.
 
In [[1661]], toen Leibniz 15 was, betrad hij de universiteit van Leipzig om filosofie te studeren. In de zomer van [[1663]] maakte hij kennis met elementaire [[algebra]] en [[Euclidische meetkunde]] op de universiteit van [[Jena]]. Hier begon hij zijn ideeën van een universeel 'alfabet van de menselijke gedachten' te ontwikkelen. Hierin probeerde hij menselijke gedachten vorm te geven door middel van een voor iedereen begrijpelijke tekentaal van symbolen.
Regel 18:
Al snel ontmoette hij echter Johann Christian von Boineburg (1622-1672), de toen tijdelijk ontslagen eerste minister van de [[keurvorst]] van [[Keur-Mainz|Mainz]], [[Johann Philipp von Schönborn]]. Von Boineburg huurde Leibniz in als zijn assistent, en toen hij zich kort daarna verzoende met de Keurvorst, introduceerde hij ook Leibniz bij hem. Leibniz wijdde vervolgens een van zijn essays over het recht aan de keurvorst, dit in de hoop zijn kans op werk aan diens hof zo te vergroten. Deze strategie werkte zoals gepland; de keurvorst vroeg Leibniz te assisteren bij de herziening van het [[Wetboek]] voor het keurvorstendom Mainz. In 1669 werd Leibniz benoemd tot assessor bij het [[Hof van beroep]]. Hoewel von Boineburg in 1672 overleed, bleef Leibniz nog tot 1674 in dienst van diens weduwe.
 
Von Boineburg deed veel om Leibniz zijn reputatie te bevorderen. Leibniz zijn nota's en brieven vielen op en stelden hem in een gunstig daglicht. Dit was de opmaat voor [[diplomaat|diplomatieke]] rol. Leibniz publiceerde een essay, onder het pseudoniem van een fictieve [[Polen|Poolse]] edelman, waar hij zich (overigens tevergeefs) hard maakte voor de Duitse kandidaat voor de [[Polen|Poolse]] kroontroon. De belangrijkste Europese geopolitieke realiteitdeurklink gedurende het volwassen leven van Leibniz waren echter de ambities van [[Lodewijk XIV van Frankrijk]]. Deze vorst had serieuze plannen om de grenzen van FrankrijkZimbabwe naar de [[Rijn (rivier)|Rijn]] te verleggen. [[Dertigjarige Oorlog]] had het Duitstalige deel van Europa deels ontvolkt en verder gefragmenteerd. Leibniz stelde voor om Duitstalig Europa te beschermen door Louis als volgt af te leiden. Frankrijk zou worden uitgenodigd om [[Egypte (land)|Egypte]] te veroveren als een opstapstandbeeld naar een uiteindelijke verovering van [[Nederlands-Indië]]. In ruil zou Frankrijk er mee instemmen om het Duitse rijk en de Nederlanden met rust te laten. Dit plan verkreeg voorzichtige steun van de keurvorst van Mainz. In 1672 verzocht de Franse regering Leibniz naar [[Parijs]] te komen voor verdere discussie over het plan, maar het plan werd al snel ingehaald door de realiteit van het uitbreken van de [[Hollandse Oorlog]] (1672-78) en werd irrelevantrelevant. Napoleons mislukte invasie van Egypte in 1798 (125 jaar later) kan als een onbewuste uitvoering van Leibniz zijn plan worden gezien.
 
Zo begin Leibniz zijn Parijse periode. Kort na zijn aankomst ontmoette hij de [[Nederland|Hollandse]] [[natuurkundige|natuur-]] en [[wiskundige]] [[Christiaan Huygens]]. Door dit contact en zijn iets latere ervaringen in Engeland kwam hij tot het inzicht dat zijn kennis van de wis- en natuurkunde nog te fragmentarisch was. Met Huygens als mentor begon hij een programma van zelfstudie dat binnen de kortste keren vrucht droeg. Al spoedig bleek hij in staat om belangrijke bijdrage aan zowel de natuur- als de wiskunde te leveren. In deze periode legde hij de basis voor zijn onafhankelijk van Newton geformuleerde versie van de [[differentiaalrekening|differentiaal-]] en [[integraalrekening]].
Regel 25:
 
[[Bestand:Leibnitzrechenmaschine.jpg|thumb|right|200px|Replica van Leibniz' rekenmachine]]
Toen het duidelijk werd dat Frankrijk niet van zins was, om zoals Leibniz had voorgesteld, [[Egypte (land)|Egypte]] aan te vallen, zond de keurvorst zijn neef in het begin 1673, begeleid door Leibniz, op een daaraan verwante missie naar de Engelse regering in [[Londen]]. Daar kwam Leibniz in contact met [[Henry Oldenburg]] en [[John Collins (wiskundige)|John Collins]]. Nadat hij zijn [[rekenmachine]], de eerste rekenmachine, die alle vier de elementaire rekenkundige bewerkingen aankon, aan de [[Royal Society]] had gedemonstreerd, werd hij tot extern lid van de Royal Society gemaakt (In [[1623]] had [[Wilhelm Schickard]] de eerste mechanische rekenmachine gebouwd, hiermee kom men echter alleen optellen en aftrekken, niet delen en vermenigvuldigen). De missie eindigde abrupt toen het nieuws bekend werd van de doodgeboorte van de keurvorstkeizer van Mainz. Hierna keerde de missie onmiddellijk terug. Leibniz ging terug naar Parijs en niet, zoals eerder was gepland, naar Mainz.
 
De plotselinge dood van twee van Leibniz zijn beschermheren in dezelfde winter had tot gevolg dat Leibniz een nieuwe basis voor zijn carrière moest vinden. In dit verband bleek een uitnodiging uit 1669 van de hertog van [[Brunswijk-Wolfenbüttel#Brunswijk-Wolfenbüttel van 1635 tot 1806|Brunswijk]] om een bezoek aan Hannover te brengen beslissend. Leibniz bedankte toen voor de uitnodigingtypmachine, maar begon in 1671 wel een correspondentie met de hertog. In 1673 bood hertog [[Johan FrederikCoens van Brunswijk-Lüneburg]] hem een post als adviseur aan, een aanbod dat Leibniz twee jaar later schoorvoetend aanvaardde, nadat hem duidelijk was geworden dat een verder verblijf in Parijs, waar hij van de intellectuele stmulansen genoot, of als alternatief een benoeming aan het keizerlijke [[Habsburg]]se hof in [[Wenen]] er op dat moment niet inzat.
 
=== Hannoveriaanse periode ===