Injectiemotor: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Link naar doorverwijspagina gerepareerd (Ford Capri naar Ford Capri (Europa)), met behulp van pop-ups
Macfip (overleg | bijdragen)
Regel 14:
 
==Mechanische injectie==
Het eerste mechanische brandstofinjectiesysteem dat in serie werd vervaardigd, was het in het midden van de [[1930-1939|jaren '30]] door Bosch in samenwerking met [[Daimler-Benz]] ontwikkelde systeem voor de twaalf-cilinder motor [[Daimler-Benz DB 601]] van het jachtvliegtuig [[Messerschmitt BF 109|BF 109]]. en latere versies van de [[Wright R-3350]]-vliegtuigmotor zoals gebruikt in de ''[[B-29 Superfortress]]''. Het belangrijkste voordeel is dat injectie positieonafhankelijk is en niet zoals carburateurrscarburateurs aan weigeringen onderhevig. [[Hans Scharenberg]], op dat moment technische ontwerper bij Daimler-Benz, werd later ontwikkelingsleider bij het bedrijf [[Gutbrod]].
Daar paste Scharenberg het eerste in een personenwagen toegepaste benzine-injectiesysteem toe in de [[Gutbrod Superior]]. Later zou de ontwerper van deze auto bij [[Mercedes-Benz]] gaan werken, waar hij verantwoordelijk was voor de motor van de [[Mercedes-Benz SL-Klasse|300SL]] uit 1954 (''Gullwing'').
In de jaren '50 werden op deze wijze zowel kleine auto's met tweetakt- motoren ([[Gutbrod|Gutbrod - 1951]]), luxewagens ([[Mercedes-Benz W128|Mercedes 220SE - 1958]]) en sportwagens (Mercedes-Benz 300SL) reeds uitgerust met een mechanische brandstofinjectie.