Doornburgh (Maarssen): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Geschiedenis: hekwerk Vechtzijde beter kunnen duiden
Pompidombot (overleg | bijdragen)
Regel 34:
 
==Geschiedenis==
De Amsterdamse koopman Jan Claesz. Vlooswijck kreeg in 1623 het stuk gebied waar Doornburgh vandaag de dag op staat, waarna Hendrick de Beijer de nieuwe eigenaar werd en het in 1653 doorverkocht aan Pieter Brugman inclusief een erop aanwezige [[hofstede]]. Johan van Eegeren nam het twee jaar later over waarbij er inmiddels sprake is van een buitenplaats.
 
De Utrechtse domheer Willem van Zon kreeg het in 1684 in zijn bezit. Vermoedelijk liet hij het huis grootschalig verbouwen. Na het overlijden van Van Zon nam Abraham van Romswinckel het in 1718 over waarna het bij twee Portugees-Joodse families terecht kwam. Het zeer kostbare smeedijzeren hekwerk aan de Vechtzijde dateert uit deze periode en werd vermoedelijk in 1725 door de eigenaar Jacobus de Chaves aangebracht. [[Jan Elias Huydecoper (1735-1808)|Jan Elias Huydecoper]] kocht het in 1772 en tot 1912 zou Doornburgh binnen deze [[Huydecoper van Maarsseveen (familie)|familie]] blijven. De aangrenzende buitenplaats [[Goudestein]] was in deze periode ook in hun bezit. De gronden van Doornburgh werden daarbij uitgebreid en begin 19e eeuw voorzag de [[landschapsarchitect]] [[Jan David Zocher|J.D. Zocher jr.]] het van een bos en park. De volgende eigenaar, Jan Pieter van Voorst tot Beesel, besloot tot een grootschalige restauratie, tevens werd onder meer de [[entree]] gewijzigd en voorzien van een begin 18e eeuwse Groningse ingangspartij. Daarnaast gaf hij het een bestemming als [[museum]].