Ginnan: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 6:
</gallery>
===Van vrucht tot noot===
E. Kaempfer beschrijft in 1712 hoe de noot groeit en rijpt: ''In de late lente verschijnen tamelijk lange, hangende katjes vol stuifmeel aan de takken in de kroon. Aan een vlezige, sterke steel, die een duim lang is en ontstaat uit dezelfde 'cluster' als de bladsteel, hangt de vrucht
''De noot zelf heet Ginnaù (drukfout: Ginnan) en lijkt op een pistachenoot (in het bijzonder die welke de Perzen “Bergjès Pistài” noemen), maar is bijna twee keer zo groot. Zij ziet er uit als een abrikozenpit en bezit een dun, broos, witachtig gekleurd houtig omhulsel
<gallery>
Bestand:Ginkgo_fruit.jpg|De Ginnannoot
</gallery>
===Smaak van de Ginnan===
Ginnan is twee keer zo groot als een pistachenoot of een abrikozenpit. Als ze net rijp zijn, heeft de vrucht een onaangename geur, maar de noot heeft een rijke nootsmaak. De smaak wordt vergeleken met die van kastanjes, amandelen, maïs of aardappelen. De verse noten smaken beter dan verpakte Ginnan. In Nederland en België zijn gepelde Ginnan in blik te koop onder de volgende namen: Ginnan, White Nuts, Silver Almonds, Pa Kewo of Pakgor.
|