Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
cat wijz; nadere precisering
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
[[Bestand:Schiften TK.png|thumb|150px|Schematische weergave van gijpen.]]
'''Gijpen''' is een [[zeilen (zeevaart)|zeil-]] en [[windsurfen|windsurftechniek]] waarbij op een langsgetuigd schipzeilschip de zeilen overgaanovergebracht worden naar het andere boord terwijl zeeen windvoor-de-windse vangen.koers De(wind achterstevenrecht van hetachteren) schipwordt draaitgevaren. daarbij door de wind,Dit in tegenstelling tot de [[overstag gaan]], waarbijdie wordt uitgevoerd door de kopneus van hetde schipboot door de wind draaitte draaien.
 
Wanneer de gijp deel uitmaakt van een wending waarbij de achterzijde van de boot door de wind wordt gedraaid, wordt dit een draaigijp genoemd. Het moment van gijpen zelf is het moment dat het zeil naar de andere zijde wordt gebracht. Bij toerzeilen is het aanbevelenswaardig ten behoeve van rust, controle en overzicht geen draaigijp te maken maar de de gijp uit te voeren terwijl in een rechte lijn wordt gevaren. Dit geldt helemaal wanneer met een complex tuig, zoals meerdere masten, voorzeilen of een spinaker wordt gevaren. Wanneer een schip meerdere zeilen voert kan het voorkoen dat sommige zeilen wel en andere niet gegijpt zijn en dus sommige zeilen aan [[lij]] staan en sommige aan [[loef]].
Gijpen gebeurt bij verandering van voor-de-windse koersen waarbij de steven door de wind gaat en als onderdeel bij [[halzen]]. Op een [[ruime wind|ruime-]] of [[voor de wind|voor-de-windse]] koers haalt men de [[giek]], die praktisch dwars op het schip staat, helemaal in, waarna het zeil geen wind meer vangt, en viert die aan de andere zijde weer uit. De kunst hierbij is dit zo rustig te doen, dat de giek niet ''overslaat'' als de wind van de andere kant in het zeil komt, omdat daardoor schade kan ontstaan. Een koers waarbij het schip al wel over de andere boeg vaart, maar (nog) niet gegijpt heeft, heet "[[binnen de wind]]".
 
GijpenEen kangijp ookis pernoodzakelijk ongelukwanneer gebeuren.men Ondereen anderekoers zalwil gaan varen, of de wind van richting verandert, waarbij het zeil alszonder mengijp ongewildaan halstloefzijde opvan eende bepaaldboot momentzou doorkomen staan. Een zeil kan aan loef staan wanneer de wind schuin van achteren binnenvalt in de hoek tussen voor-de-wind en ruime-wind, met het zeil aan loefzijde. Deze koers heet "[[binnen de wind]]". Bij een kleine verandering van windrichting, of een geringe koerswijziging zal dewind het zeil naar het andere boord gedwongen wordendwingen. Zo'n gijp heet een [[klapgijp]] of Chinese gijp. Doordat de kracht van de wind achter het zeil zit kunnen zeil, giek en schoot zeer snel overkomen, zodat letsel aan opvarenden en schade aan het schip niet denkbeeldig zijn. Bij lange voor-de-windse [[rak]]ken wordt op grotere schepen een lijn van het uiteinde van de giek (of boom) naar het voorschip, de [[bulletalie]]. Hiermee wordt voorkomen dat dehet giekzeil plotseling kan overslaangijpen.
 
Omdat gijpen bij veel wind vooraleen voorgevaarlijke kleinemanoeuvre schepenkan eenzijn gevaarlijkeals manoeuvremen de techniek niet uitstekend isbeheerst, kiest men er soms voor de gijp te vermijden en de wending te maken door het zeil door [[overstag gaan]] over het andere boord te nemen. Dit heet dan een [[stormrondje]], omdat het schip in dat geval, door [[oploeven]]-[[Wenden (zeilen)|wenden]]-[[afvallen (zeilen)|afvallen]], bijna helemaal rond moet varen om op de nieuwe koers te komen.
 
Doordat tegenwoordig de meeste zeilschepen langsscheepse zeilen hebben, wordt ''gijpen'' in veel situaties ook gebruikt om het ''halzen'' aan te duiden.