Calabrië: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Geologie: dt-fout
→‎Geologie: schrijffouten
Regel 28:
De regio Calabrië bestaat voornamelijk uit gesteente van het "grondgebergte" (kristallijne en metamorfe gesteenten) van Paleozoïsche en latere ouderdom, bedekt met (meestal Laat-) Neogene sedimentaire gesteenten. Studies (geologisch veldwerk en seismische sekties en diepe boringen voor olie en gas exploratie) hebben aangetoond dat dit "grondgebergte" gesteente een bovenste tektonische eenheid (een [[dekblad]]) is, dat deel uitmaakt van de Apennijnse en Siciliaanse-Maghrebide dekblad gebergten.<ref name="Ref-1">van Dijk, J.P. (1992); Late Neogene fore-arc basin evolution in the Calabrian Arc (Central Mediterranean). Tectonic sequence stratigraphy and dynamic geohistory. With special reference to the geology of Central Calabria. Geologica Ultrajectina, 92, 288 pp.; Zie de referenties daarin en ook in: van Dijk, J.P., Bello, M., Brancaleoni, G.P., Cantarella, G., Costa, V., Frixa, A., Golfetto, F., Merlini, S., Riva, M., Toricelli, S., Toscano, C., and Zerilli, A. (2000); A new structural model for the northern sector of the Calabrian Arc. Tectonophysics, 324, 267-320.</ref>.
 
De Neogene evolutie van het Centraal Mediterrane Gebied wordt gedomineerd door de migratie van de Calabrese Boog naar het zuidoosten, waarbij zij de Afrikaanse Plaat en zijn noordwaartse extensies overschuift (Argand, 1916; Boccaletti and Guazzone, 1972). De Calabrische boog kan derhalve opgesplitst worden in de Zuid -Apennijnse gebergte ketengebergteketen, het "Calabrisch-Peloritaanse Blok", en het Siciliaanse-Maghrebide gebergte. Het zogeheten voorland gebiedvoorlandgebied, het gedeelte dat overschoven wordt, is in dit geval de Apulische Plaat, het Ragusa Block, en het Ionische Bekken daartussen, alledrie noordelijke ektensiesextensies van de Afrikaanse Plaat. De Tyrreense Zee wordt beschouwd als het "achterland bekkenachterlandbekken" van dit [[subduktie]] systeem, waarbij de zuidelijke plaat van Afrikaanse affiniteit dus onder de noordelijke van Europese affiniteit in subduktie gaat.<ref name="Ref-1"/>
 
De fascinerende geologie van Calabrië is reeds bestudeerd sinds meer dan een eeuw: Voor details betreffende de oudere literatuur wordt meestal naar Ogniben (1973) verwezen. Ippolito (1959) presenteerde een bibliografie die de meeste werken tot dat moment bevat. Interessante boeken, reviews en "milestones" die de geologie van Calabrië beschrijven zijn: Cortese (1895), Limanowski (1913), Quitzow (1935), Caire et al. (1960), Caire (1961), Grandjacquet et al. (1961), Ogniben (1969, 1973), Caire (1970, 1975, 1978), Burton (1971), Amodio-Morelli et al. (1976), Dubois (1976), Grandjacquet and Mascle (1978), Moussat (1983), van Dijk (1992) en van Dijk et al. (2000).
Er moet op worden gewezen dat de oudere werken doorgaans de evolutie van het grondgebergte van Calabrië betreffen, waarbij de Neogene gesteentes dan over het algemeen als latere ("post-orogenetische, extensieve") bedekking van de structuren werden beschouwd. In de loop van de tijd kwam er meer en meer informatie beschikbaar over de deformatie van de Neogene sedimenten, die uitwees dat de "post-orogene" periode pas na het [[Eoceen]], na het begin [[Mioceen]] en waarschijnlijk pas na het midden [[Pleistoceen]] begon.<ref name="Ref-1"/>
 
Op het moment is het gebied seismisch en vulkanisch zeer actief; over het algemeen wordt deze aardbevings activiteitaardbevingsactiviteit toegeschreven aan het herstellen van een isostatische evenwicht na de laatste deformatie fasedeformatiefase in het midden -Pleistoceen, hoewel sommige auteurs van mening zijn dat de subduktie ook recent nog doorgaat.
 
[[File:CentralMediterranean-GeotectonicMap.jpg|thumb|Left|600px|Geotectonische kaart van het Centraal Mediterrane Gebied en de Calabrese Boog. De blauwe lijn geeft de poitiepositie aan van de geotectonische doorsnede die beneden is weergegeven. Uit van Dijk (1992) <ref name="Ref-1"/>]]
 
[[File:CalabrianArc-GeotectonicSection.jpg|thumb|Right|600px|Geotectonische doorsnede van de Calabrische Boog. Links: NW; Rechts: SO. Uit van Dijk (1992) <ref name="Ref-1"/>]]