Conan de boekanier: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
RobotMichiel1972 (overleg | bijdragen)
k cor
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 26:
Intussen is op een andere plek Conan's schip op het eiland aangekomen en ook zij gaan op weg naar de tempel. Conan herkent het gebouw als een tempel van de verdwenen Valusiërs, want in zijn jonge jaren heeft hij in Kush in een soortgelijke tempel de nacht doorgebracht. (Zie: [[Conan van Cimmerië#De citadel van de angst|De citadel van de angst]]) Op zijn hoede voor dezelfde gruwelen als toen, sluipt hij toch het gebouw binnen, op zoek naar kostbaarheden. Hij vindt een met duizenden diamanten bezette kroon. Dan komt een groot stenen beest op hem af stormen en hij moet vluchten. Hij weet het wezen achter zich aan te lokken en met de hulp van een meisje en een roodharige man laat hij het stenen beest zich in een afgrond storten.
 
Het meisje blijkt prinses Chabela van Zingara te zijn, die door Zarono van ''de Zeekoningin'' werd ontvoerd maar hier op het eiland kon ontsnappen. De man heet Sigurd, een piraat van de Baracha eilanden die hier met zijn bemanning schipbreuk leed. Conan laat iedereen aan boord en ze varen weg. Intussen heeft Zarono de ontsnapping van de prinses ontdekt. De Stygische tovenaar Menkara ontdekt met zijn toverkunst dat ze nu op het schip van Conan is, maar hij kan niet ontdekken waar ze zich bevinden. Daarom besluiten ze naar Stygië te gaan om de hulp van Menkara's meester Thoth-Amon in te roepen, de machtigste tovenaar van het [[Thuriaans continent]]. Wanneer deze hoort dat ze het ''Naamloze Eiland'' hebben ontdekt, is hij woedend dat ze de grootste schat daar niet hebben meegenomen: de ''Cobrakroon'', de al-bevelende kroon van de pre-menselijke slangemensenslangenmensen van Valusië.
 
''De Zwerver'' is na een lange periode van windstilte in een hevige storm terecht gekomen en wordt naar de zwarte kust in het oosten geblazen. Hier ontmoet Conan zijn oude strijdmakker Juma de Kushiet, die ondertussen een klein rijk tussen de zwarte koninkrijken heeft veroverd. (Zie:[[Conan (Howard)#De stad met de doodshoofden|De stad met de doodshoofden]]) Bwatu, een krijger van Juma, steelt de kroon en vlucht naar het oosten. Wanneer Conan de diefstal ontdekt gaat hij meteen achter de dief aan, gevolgd door Sigurd, die weer wordt gevolgd door Chabela. Conan ontdekt het gedode lichaam van de dief, maar wordt dan gevangengenomen door een groep Ghanata's. Ze blijken ook Chabela te hebben gevangen en de twee worden naar de stad Gamburu gebracht.