Gerardus Vossius: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
BotteHarry (overleg | bijdragen)
k Botgeholpen oplossing voor doorverwijzing: Grotius - Verwijzing(en) gewijzigd naar Hugo de Groot (rechtsgeleerde)
Pompidombot (overleg | bijdragen)
Regel 7:
Vossius was de zoon van de [[calvinisme|calvinistische]] [[predikant]] [[Joannes Vossius]] en Cornelia van Buel. Vanwege de vervolging van de protestanten waren zij uit de [[Nederlanden]] naar het naburige [[Duitsland]] gevlucht. Na de geboorte van Gerardus Joannes vertrok het gezin van predikant Joannes Vossius uit Heidelberg. Na een aantal omzwervingen kwamen ze uiteindelijk (1583) in [[Dordrecht (Nederland)|Dordrecht]] terecht waar beide ouders kort na elkaar overleden. Gerard en zijn zusje Anthonia werden opgevoed door Barbara van Rossum, weduwe van predikant Jacob van der Myle. In Dordrecht doorliep Vossius de [[Latijnse school]]. Daarna ging hij als bursaal van de stad Dordrecht naar het Leidse Statencollege. Hier waren zijn leermeesters [[Joachim Orydrius]], [[Cornelius Rekenarius]], [[Hadrianus Marcellus]] en [[Franciscus Nansius]]. In [[Leiden]] volgde hij de colleges van de [[filoloog]] [[Bonaventura Vulcanius]], van de wiskundige [[Snellius|Rudolf Snellius]], van de filosofen [[Petrus Bertius]] en [[Petrus Molinaeus]], onder wiens leiding hij in [[1598]] promoveerde tot magister artium. Ook volgde hij colleges van de theologen [[Joannes Kuchlinus]], [[Lucas Trelcat sr.]], [[Franciscus Gomarus]] en [[Franciscus Junius sr.]] Zijn studie kon Vossius niet afronden, want hij werd in 1600 door het stadsbestuur van Dordrecht naar die stad teruggeroepen om daar les te gaan geven aan de Latijnse School (het huidige [[Johan de Witt-gymnasium]]). Niet lang daarna werd hij benoemd tot [[rector (school)|rector]] van die instelling (1600-1615).
 
Door zijn eerste grote publicatie de ''Institutiones oratoriae'' ([[1606]]) maakte hij naam als man van wetenschap. Hij was vanaf [[1613]] bevriend met [[Hugo de Groot (rechtsgeleerde)|Hugo de Groot]], aan wie hij regelmatig boeken uit zijn eigen omvangrijke bibliotheek uitleende, ook in de periode dat [[Hugo de Groot (rechtsgeleerde)|Grotius]] gevangen zat op [[Slot Loevestein]]. Hugo Grotius is waarschijnlijk ontsnapt in een [[boekenkist]] van Gerardus Vossius. Op voorspraak van De Groot werd Vossius in [[1615]] benoemd tot regent van het Leidse Statencollege. Hij werd in [[1619]] weer ontslagen. Toen in [[1625]] pogingen werden gedaan Vossius naar [[Cambridge (Engeland)|Cambridge]] te halen, kreeg hij ook de Leidse leerstoel Griekse taal- en letterkunde.
 
In [[1631]] nam Vossius ontslag als [[hoogleraar]] te Leiden. Samen met [[Caspar Barlaeus]] ([[filoloog]] en [[wijsgeer]], in [[1619]] ontslagen als subregent van het Statencollege) ging hij naar [[Amsterdam]] om daar het [[Athenaeum Illustre (Amsterdam)|Athenaeum Illustre]] mee op te richten. De laatste jaren van zijn leven waren jaren van grote wetenschappelijke invloed en van algemene internationale erkenning. Het waren echter ook jaren getekend door veel persoonlijk leed en verlies: toen hij op [[17 maart]] [[1649]] stierf, waren al zijn kinderen, behalve zijn zoon [[Isaac Vossius|Isaac]] ([[1618]]-[[1689]]), hem in de dood voorgegaan.