Huisnijverheid: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Mexicano (overleg | bijdragen)
Versie 20266074 van 84.80.199.240 (overleg) ongedaan gemaakt.
Regel 6:
Huisnijverheid werd oorspronkelijk bedreven om te voorzien in eigen behoefte, waarbij men kan denken aan het onderhouden van de moestuin of het naaien van kleren. Het kon echter ook zijn dat men met een bepaalde productie de eigen behoefte oversteeg en het overschot ruilde met de buren voor weer andere goederen. Reeds in de late middeleeuwen bestond het thuiswerken in de lakennijverheid, in de streek van Ieper tot Oudenaarde maar ook rond Leiden. De boeren die zich een weefgetouw konden veroorloven (soms op afbetaling) werkten vooral in de winter voor de lakenhandelaar of tapijtenfabrikant. Het loon van de thuisarbeiders werd per stuk berekend, zodat zij afhankelijk waren van de marktprijs, wat soms tot grote misbruiken leidde.
 
Uiteindelijk kon hieruit [[markt (economie)|marktgerichte]] productie ontstaan, bijvoorbeeld als men de gerede producten verkocht aan een [[koopman (beroep)|koopman]]. Een volgende stap was dat men ging produceren in opdracht van de koopman, die dan een [[fabrikeur]] of ''commissionair'' werd genoemd en waarbij men vaak ook de grondstoffen of halffabrikaten kocht.
 
Geleidelijk leidden deze ontwikkelingen tot de concentratie van werkzaamheden in speciaaal daartoe ingerichte gebouwen, die fabriekshuizen werden genoemd. Deze vormden de voorlopers van de latere [[fabriek]]en.