Europese Unie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Wijzigingen door 212.239.211.87 hersteld tot de laatste versie door Look Sharp!
Regel 163:
De Europese Unie kent een aantal rechtsinstrumenten, waarvan de belangrijkste de [[Europese verordening]] en de [[Europese richtlijn]] zijn. Een verordening heeft directe rechtskracht, terwijl een richtlijn eerst in nationale wetgeving moet worden doorgevoerd.
 
== Verhouding tussen de EU en de lidstaten ==
Martine ge zijt een schatje !
=== Bevoegdheidstoedeling ===
De EU volgt het beginsel van bevoegdheidstoedeling, hetgeen betekent dat ze enkel optreedt op de beleidsonderwerpen die de lidstaten de EU hebben toegedeeld. Bevoegdheden die niet aan de Unie zijn toegedeeld, behoren toe aan de lidstaten<ref>Verdrag betreffende de Europese Unie, Artikel 5, onderdeel 2</ref>.
 
De bevoegdheden van de Europese Unie ten opzichte van de lidstaten zijn in het Verdrag van Lissabon<ref>Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Eerste deel, Titel I</ref> expliciet vastgelegd. Ze worden ingedeeld in drie categorieën:
* Exclusieve bevoegdheden: enkel de EU kan op deze domeinen optreden. De lidstaten kunnen enkel nog de beslissingen van de EU uitvoeren.
* Gedeelde bevoegdheden: Zowel de EU als de lidstaten kunnen wetgevend optreden. Indien de EU wetgeving in deze sectoren uitvaardigt hebben de EU-regels wel voorrang op de nationale wetten die eventueel al bestonden. De meeste EU-bevoegdheden zijn van dit type.
* Ondersteunende, coördinerende en aanvullende bevoegdheden: zoals de naam het zegt mag de EU het beleid van de lidstaten in deze sectoren ondersteunen, aanvullen of coördineren. De lidstaten behouden echter altijd de volledige wetgevende vrijheid. De EU mag op deze gebieden geen harmonisatie tussen de verschillende nationale stelsels nastreven. Meestal nemen dit type bevoegdheden de vorm aan van een financiële bijdrage vanwege de EU.
{{Bevoegdheden van de EU}}
 
=== Subsidiariteit en evenredigheid ===
De EU werkt volgens het [[subsidiariteitsbeginsel]]. Volgens dit beginsel komt de Unie alleen in actie als Europese samenwerking doeltreffender is dan eigen initiatieven van de afzonderlijke EU-landen, behalve als het gaat om onderwerpen waarvoor de EU exclusief bevoegd is<ref>Verdrag betreffende de Europese Unie, Artikel 5, onderdeel 3</ref>.
 
Sinds het Verdrag van Lissabon is hier ook een rol voor de nationale parlementen weggelegd. Elk nationaal parlement kan aangeven of en waarom het een bepaald voorstel in strijd vindt met dit beginsel. In dat geval treedt een tweeledig mechanisme in werking<ref>[http://europa.eu/lisbon_treaty/glance/democracy/index_nl.htm Verdrag van Lissabon op Europa.eu]</ref>:
* Als één derde van de nationale parlementen het voorstel strijdig vindt met het subsidiariteitsbeginsel, moet de Commissie het opnieuw in overweging nemen. Zij kan het voorstel dan handhaven, wijzigen of intrekken.
* Als een meerderheid van de nationale parlementen het voorstel strijdig vindt maar de Commissie voet bij stuk houdt, treedt een bijzondere procedure in werking. De Commissie moet duidelijk maken waarom, maar het Europees Parlement en de Raad besluiten uiteindelijk of zij de wetgevingsprocedure willen voortzetten of niet.
Een nationaal parlement kan ook naar het Hof van Justitie stappen als het meent dat een wet in strijd is met het subsidiariteitsbeginsel.
 
Volgens het [[evenredigheidsbeginsel]] dient het optreden van de Unie niet verder te gaan dan wat nodig is om de doelstellingen van de Verdragen te verwezenlijken<ref>Verdrag betreffende de Europese Unie, Artikel 5, onderdeel 4</ref>.
 
=== Rechtspositie ===
De lidstaten van de Europese Unie hebben in de loop van de tijd een aanzienlijke hoeveelheid [[soevereiniteit]] overgedragen aan de Europese Unie. De Europese Unie heeft als zodanig meer macht dan welke andere niet-soevereine regionale organisatie ook. Op verschillende terreinen begint de EU te lijken op een [[bondsstaat]] of een [[statenbond]]. De Unie blijft echter gebaseerd op verdragen tussen lidstaten, waaruit volgt dat de Unie slechts bestaat vanuit de wil van de lidstaten. Een lidstaat kan zich op elk moment terugtrekken uit de Unie en wijzigingen aan de verdragen moeten door alle lidstaten individueel worden geratificeerd.
 
In dit opzicht lijkt de Europese Unie het meest op een statenbond, die in tegenstelling tot een bondsstaat niet soeverein is en dus ook slechts bestaat bij de gratie van de lidstaten. Een statenbond in de traditionele zin van het woord heeft echter veel meer macht, vooral op het gebied van buitenlandse zaken en defensie. De meeste mensen classificeren de Europese Unie daarom als een structuur ''sui generis'', een unieke vorm van samenwerking tussen landen.
 
Volgens het Verdrag van Lissabon bezit de Unie rechtsperoonlijkheid<ref>Verdrag betreffende de Europese Unie, Artikel 47</ref>. Dit machtigt de Unie overigens geenszins wetgevend of anderszins op te treden buiten de bevoegdheden die de lidstaten haar in de verdragen hebben toegedeeld.
 
=== Intergouvernementalisme en supranationalisme ===
Binnen de EU bestaat een spanningsveld tussen [[Intergouvernementalisme|intergouvernementele]] en [[Supranationalisme|supranationale]] tendensen. Intergouvernementalisme is een methode van besluitvorming in internationale organisaties waarbij de macht bij de lidstaten ligt en beslissingen met unanimiteit genomen moeten worden. Afgevaardigden van de regeringen of van gekozen vertegenwoordigingen hebben uitsluitend adviserende of uitvoerende functies. De meeste internationale organisaties hebben tegenwoordig een intergouvernementele grondslag.
 
Supranationalisme is een andere methode van besluitvorming. Hier ligt de macht bij onafhankelijke afgevaardigden van de regeringen of van gekozen vertegenwoordigingen. Lidstaten hebben nog steeds macht, maar moeten deze delen met andere instanties. Bovendien worden beslissingen nu bij meerderheid van stemmen genomen. Het kan dan ook gebeuren dat een lidstaat, gedwongen door andere lidstaten, een beslissing tegen zijn wil moet uitvoeren.
 
Beide vormen van besluitvorming hebben aanhangers binnen de EU. Voorstanders van supranationalisme redeneren dat dit het proces van integratie kan versnellen. Wanneer beslissingen de unanieme goedkeuring van alle betrokken regeringen vereisen, kan het jaren duren voor een besluit valt, als het er al ooit van komt. Voorstanders van intergouvernementalisme argumenteren dat supranationalisme de soevereiniteit en het democratisch gehalte van afzonderlijke staten in gevaar brengt en menen dat de legitimiteit van gemeenschappelijke besluiten alleen afgeleid kan worden van de legitimiteit van de nationale regeringen. Frankrijk is traditioneel een voorstander van een intergouvernementele EU geweest. Dit geldt ook voor [[euroscepsis|eurosceptische]] landen als Groot-Brittannië en Denemarken. Landen als België, Duitsland en Italië neigen meer naar de supranationale benadering. In de praktijk balanceert de EU tussen beide extremen. Deze balans is echter een moeizaam compromis, dat vaak tot ingewikkelde besluitvormingsprocedures leidt.
 
== Economie ==