Giuseppe Pizzardo: verschil tussen versies

 

Pizzardo bezocht het [[seminarie]] van Savona en studeerde vervolgens aan de [[Pauselijke Gregoriaanse Universiteit]] en aan het ''Pauselijke Atheneum San Apollinare''. Hij werd in [[1903]] [[priester]] gewijd en werd vervolgens toegelaten tot de [[Pauselijke Ecclesiastische Academie]], de diplomatenopleiding van de [[Heilige Stoel]]. Vanaf [[1907]] werkte hij als pastoor in Rome. Daarnaast trad hij in [[1908]] toe tot de [[Romeinse Curie]]. Hij werd als secretaris toegevoegd aan de [[nuntius|apostolische nuntiatuur]] in [[Koninkrijk Beieren|Beieren]]. In [[1909]] verleende [[paus Pius X]] hem de eretitel van [[monseigneur|kamerheer van de paus]]. Van [[1912]] tot [[1920]] werkte hij als ''minuntant'' bij het [[Staatssecretariaat van de Heilige Stoel]]. [[Paus Benedictus XV]] bevestigde, na zijn verkiezing tot paus, Pizzardo als kamerheer van de paus. In [[1920]] werd hij ondersecretaris van de [[Secretariaat voor de Relaties met Staten|H. Congregatie voor Buitengewone Kerkelijke Aangelegenheid]] (het ''ministerie van buitenlandse zaken'' van de H.Stoel), van welke [[dicasterie]] hij in [[1921]] ''substituut'' werd. Vanaf [[1923]] was hij als ''moderator'' verbonden aan de [[Katholieke Actie]] in Italië. In [[1927]] werd hij [[Apostolisch Protonotaris]]. Twee jar later werd hij secretaris van de Congregatie voor Buitengewone Kerkelijke Aangelegenheden, de op een-na hoogste functionaris op dit departement.