Cornelis Saftleven: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
clean up, replaced: → (27), typos fixed: ondermeer → onder meer met AWB |
|||
Regel 8:
== Cornelis Saftleven in Antwerpen ==
Cornelis Saftleven (Gorkum, 1607 – Rotterdam, 1681) verbleef het grootste deel van zijn leven in Rotterdam.
Toch duurde het tot 1637 vooraleer Cornelis zich definitief in Rotterdam vestigde en een eigen atelier opstartte.
Niettegenstaande de faam die Rubens genoot, lijkt zijn impact op de verdere ontwikkeling van Cornelis’ oeuvre geringer dan men in eerste instantie zou vermoeden. De onduidelijkheden omtrent de samenwerking wijzen erop dat het grote belang van die Antwerpse periode elders dient te worden gezocht.
== Saftleven en Rubens ==
De belangrijkste bron die spreekt in het voordeel van een samenwerking met Rubens is een staat van goederen opgesteld naar aanleiding van Rubens’ overlijden in 1640.
Er zijn echter bijkomende argumenten die in het voordeel spreken van een mogelijke samenwerking. Er is een vroegere inventaris bekend uit 1637 waarin kunsthandelaar Guillaume Forchoudt het heeft over de verkoop van een ‘Stuck van Saechtleven daer Rubbens de beldekens inghemaeckt heeft’. Dat Cornelis Saftleven overigens geen onbekende was in Vlaanderen blijkt uit de aanwezigheid van verschillende van zijn werken bij Vlaamse kunsthandelaars. Ook de contacten die hij had met Antoon Van Dyck en David Teniers de Jonge bevestigen zijn reputatie en werden door Hairs aangehaald als rechtvaardiging voor deze eventuele en ongewone samenwerking.▼
▲Er zijn echter bijkomende argumenten die in het voordeel spreken van een mogelijke samenwerking. Er is een vroegere inventaris bekend uit 1637 waarin kunsthandelaar Guillaume Forchoudt het heeft over de verkoop van een ‘Stuck van Saechtleven daer Rubbens de beldekens inghemaeckt heeft’.
== Saftleven en Teniers ==
Zeker is wel dat Cornelis Saftleven
Lange tijd waren er misverstanden omtrent de ontwikkeling van het genre. Het was Houbraken die in zijn Groote Schouburgh (1718) al te eenzijdig de rol van Teniers als uitvinder van het genre benaderde en Cornelis als nabootser van Teniers bestempelde.
Zonder meer moet het contact hebben plaatsgevonden vóór of ten laatste in 1634. Schulz neemt aan dat de drie heren in de loop van 1634 voor een korte maar weliswaar intensieve leerperiode bijeen waren in een (onbekend) Rotterdams atelier.
Niet enkel de vermaardheid van Rubens’ barokke stijl zal tot de verbeelding van de jonge Rotterdammer hebben gesproken, ook de aantrekkingskracht van het atelier waar verschillende relaties en connecties tot stand kwamen, dient in rekening te worden gebracht.
▲Zonder meer moet het contact hebben plaatsgevonden vóór of ten laatste in 1634. Schulz neemt aan dat de drie heren in de loop van 1634 voor een korte maar weliswaar intensieve leerperiode bijeen waren in een (onbekend) Rotterdams atelier. Dat zowel Teniers als Herman II in 1634 reeds een tweetal jaar bedrijvig waren met de uitbouw van een eigen atelierproductie maakt deze stelling weinig plausibel. Het is bovendien geweten dat Teniers algauw een succesvolle atelierproductie had. Dat Cornelis Saftleven – net in die periode in Antwerpen – met een gewaardeerd schilder als Teniers in contact kwam, kan worden gerechtvaardigd.
▲Niet enkel de vermaardheid van Rubens’ barokke stijl zal tot de verbeelding van de jonge Rotterdammer hebben gesproken, ook de aantrekkingskracht van het atelier waar verschillende relaties en connecties tot stand kwamen, dient in rekening te worden gebracht. De onderlinge collegialiteit en de wederzijdse solidariteit tussen de Antwerpse schilders werd, in het bijzonder tussen de families Rubens, Teniers en Brueghel, weleens besloten met een huwelijk. Zo huwde David Teniers de Jonge in 1637 met Anna Brueghel, die een familieband had met Rubens. De draagkracht van Rubens’ vooraanstaande positie in het Antwerps artistiek milieu vormt dus wellicht de schakel die het werk van Teniers en de gebroeders Saftleven met elkaar verbindt.
== Literatuur ==
*Balis, A., 1993, '"Fatto da un mio discepolo": Rubens’s studio practices reviewed', in: ''Vol. tent. cat. Tokio (National Museum of Western Art)'', Tokio, p.
*Hairs, M.-L., 1977, ''Dans le sillage de Rubens: les peintres d’histoire anversois au XVIIe siècle'', Liège, p.
*Jaffe, M., 1989, ''Rubens. Catalogo Completo'', Milano, p.
*JAMES R., ‘Van “boerenhuysen” en “stilstaende dinghen”’, in: SCHADEE N. (ed.), Rotterdamse meesters uit de Gouden Eeuw [tentoonstellingscatalogus], Historisch Museum Rotterdam, 15/10/1994- 15/01/1995, pp.
*Schulz, W., 1978, ''Cornelis Saftleven 1607-1681, Leben und Werke. Mit einem kritischen Katalog der Gemälde und Zeichnungen'', Berlijn/New York.
*SPICER J.A. (e.a.), Masters of light : Dutch painters in Utrecht during the Golden Age [tentoonstellingscatalogus], San Francisco,
*VLIEGHE H., Flemish art and architecture 1585-1700 (The Pelican History of Art), New Haven, Yale University Press, 1998.
*Wiersum, E., 1931, ''Rotterdamsch Jaarboekje''.
▲[[categorie: Nederlands kunstschilder|Saftleven, Cornelis]]
[[de:Cornelis Saftleven]]
|